AK H3 Begrippen

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo lwoo
• Leerjaar 1

Begrippentoets H3

Van de bergen naar de zee

OEFENEN!

waterkringloop

1. winkel met tweedehands water
2. water in de vorm van een cirkel
3. voortdurende verplaatsing van water, van vast naar vloeibaar naar gas

aardkorst

1. buitenste schil van de aarde, 6 tot 70 km dik
2. krokant laagje aarde
3. beiden

het uit elkaar vallen van gesteente, door temperatuur, water en wortels

1. sedimentatie
2. verwering

benedenloop

1. waar je loopt als je beneden bent
2. laatste stuk van rivier, weinig reliëf, stroomt langzaam
3. eerste stuk van rivier, veel reliëf, stroomt snel

het veranderen van vloeibaar water in waterdamp

1. verdampen
2. condenseren

middenloop

1. waar je loopt als je in het midden bent
2. middelste stuk van rivier, beetje reliëf, stroomt niet heel snel
3. middelste stuk van rivier, veel reliëf, stroomt niet heel snel

V-dal

1. dal met de vorm van een V door een schurende rivier
2. dal met de vorm van een V door een schurende gletsjer

het veranderen van waterdamp in vloeibaar water

1. verdampen
2. condenseren

U-dal

1. dal met de vorm van een U door een schurende rivier
2. dal met de vorm van een U door een schurende gletsjer

zand uit de laatste ijstijd dat de wind hier heeft gebracht

1. zanddek
2. dekzand
3. zekdand
4. dazkekn

stuwwal

1. door ijs omhoog geperste heuvel
2. duinen aan het strand
3. door ijs omhoog geperst duin

reliëf

1. bergen
2. vlak land
3. landschap
4. hoogteverschillen in het landschap

hoogte van zand, die door de wind is neergelegd

1. stuwwal
2. duin
3. dekzand

stroomgebied

1. het gebied dat afwatert op een rivier
2. gebied waar veel elektriciteit is

eeuwige sneeuw

1. sneeuw in laaggebergte die het hele jaar blijft liggen
2. sneeuw in hooggebergte die het hele jaar blijft liggen

de schurende werking van water, ijs en wind

1. sedimentatie
2. erosie

het neerleggen van materiaal door water, ijs en wind

1. erosie
2. sedimentatie

hooggelegen ijsmassa die langzaam naar beneden schuift

1. stuwwal
2. rivier
3. gletsjer

bovenloop

1. waar je loopt als je boven bent
2. laatste stuk van rivier, weinig reliëf, stroomt langzaam
3. eerste stuk van rivier, veel reliëf, stroomt snel

stenen, steentjes, grind, zand en klei dat water, ijs en wind meenemen

1. morene
2. dekzand
3. sediment

monding

1. gebied waar een rivier begint
2. gebied waar een rivier de zee instroomt

een stuk van de gebroken aardkorst

1. plaat
2. morene
3. stuwwal

sediment dat door ijs wordt meegenomen en ergens wordt neergelegd

1. morene
2. sediment
3. gletsjerpuin
4. erosie

Welk cijfer ga je halen voor de begrippentoets morgen?