Les 5. 13.3 Osmose, houtvaten, bastvaten

Welkom
Telefoon in telefoontas
Jas uit en tas van tafel
Pak laptop 
Ga in deze Lesson Up 



1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom
Telefoon in telefoontas
Jas uit en tas van tafel
Pak laptop 
Ga in deze Lesson Up 



Slide 1 - Slide

13.3 Doelen
  • Je kent de functies van houtvaten en bastvaten
  • Ik kan met behulp van osmose uitleggen hoe (delen van) planten aan hun stevigheid komen en hoe worteldruk ontstaat

Huiswerk is 11 t/m 14 van 13.3 




Slide 2 - Slide

Voortplanting
Bloem
Stengel
Wortel
Water en mineralen opnemen
Glucose maken
Blad
Stoffen vervoeren en stevigheid geven

Slide 3 - Drag question

Hoe komt het dat als iemand limonade in een glas met water schenkt de limonade na 2 minuten helemaal verdeeld is door het water?

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Hier is sprake van:
A
Osmose
B
Diffusie

Slide 7 - Quiz

Water moleculen (blauw) bewegen naar links door:
A
diffusie, actief transport
B
diffusie, passief transport
C
osmose, actief transport
D
osmose, passief transport

Slide 8 - Quiz

Osmose: (A) beweegt altijd naar de plek met de (B) opgeloste stoffen.

A
A:water B: meest
B
A:water B:minste
C
A:opgeloste stoffen B:meeste
D
A:opgeloste stoffen B:minste

Slide 9 - Quiz

de concentratie opgeloste stoffen in de cel is ..... dan daarbuiten. (de cel is gekrompen)
A
lager
B
even hoog
C
hoger

Slide 10 - Quiz

Petra maakt zoutoplossingen met oplopende concentraties. Ze weet niet meer of ze dit van links naar rechts of andersom had gedaan. Ze stopt frietjes van gelijke lengte in de bekers. De frietjes in de linker beker zijn het langst. Was hier de zoutconcentratie hoog of laag?
A
laag
B
kun je niet weten
C
hoog

Slide 11 - Quiz

Planten
Celwand is doorlaatbaar voor water én opgeloste stoffen

Bij celmembraan kan water naar binnen of naar buiten

opgeloste stof trekt water aan


turgor
plasmolyse
grens
plasmolyse

Slide 12 - Slide

Als je sla in een bak water legt wordt het steviger, in dressing juist slapper. Leg uit hoe dit komt.

Slide 13 - Open question

Ons proefje
0% oplossing = 11% toename
5% oplossing = 11% toename
10% oplossing = 6% toename



Slide 14 - Slide

Toepassen Osmose
stevigheid (alle plantencellen en weefsels)
wateropname (worteldruk)

Slide 15 - Slide

Wortelharen om water op te nemen

Slide 16 - Slide

Zonder wortelharen kan dat dus niet erg goed.
Maar met wortelharen gaat dat veel beter!
wortel zonder wortelharen ________
______________wortel met                                   wortelharen

Slide 17 - Slide

Worteldruk
1. Wortelharen nemen zouten op.
2. Door osmose gaat water naar de hoogste concentratie deeltjes

Opnemen van zouten kost energie


Slide 18 - Slide

Wat gebeurt eerst in de wortels?
A
Opname water
B
Maken energie
C
Opname zouten

Slide 19 - Quiz

Welke twee dingen zijn er nodig om energie te maken? (denk aan onszelf)

Slide 20 - Open question

We weten nu hoe water wordt opgenomen, wat gebeurt er vervolgens met het water in een plant?

Slide 21 - Open question

Vaatbundels
'pijpleidingen' 
van de plant
Houtvaten
Bastvaten

Slide 22 - Slide

Bastvaten
  •  vervoeren water en organische stoffen (sacharose) 
 van blad naar de rest van de plant

  • liggen aan de buitenkant van een vaatbundel



Slide 23 - Slide

Houtvaten
  •  vervoeren water en mineralen 
 van wortel naar blad 
  •  dikke celwanden
  • grote openingen 

water omhoog gepompt door: worteldruk en verdamping van water uit huidmondjes

Slide 24 - Slide

Maximum hoogte boom
De worteldruk, verdamping en capillaire werking kennen een maximum. Dit houdt in dat er ook een fysiek maximum zit aan de hoogte van een boom. Dit is ca. 130 meter. Hoger kan een boom niet worden.

Slide 25 - Slide

samenvatting
  • De stengel verbindt de wortels met de bladeren
  • Water (en opgeloste stoffen) moeten van de wortel naar de bladeren
  • Voedingsstoffen die gemaakt zij bij de fotosynthese moeten van de bladeren naar de wortels (en andere delen bv. vruchten en zaden)

  • Door de hele plant lopen transportbuisjes
  • We noemen dit vaten
  • Deze vaten zitten in groepjes bij elkaar ....
  • ..... vaatbundels.

  • Het transport gaat dus in twee richtingen
  • Van beneden naar boven ....
  • ..... water en mineralen via houtvaten
  • Van boven naar beneden  ....
  • .... glucose en water via bastvaten

Slide 26 - Slide

Huiswerk
Maak opdracht 11 t/m 14 van 13.3

Slide 27 - Slide