4H 2.2 geslachtelijke voortplanting les 2

1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Voortplanting en seksualiteit
2.1 Ongeslachtelijke voortplanting 
2.2 Geslachtelijke voortplanting les 2
2.3 Hormonen
2.4 Zwanger
2.5 Seksualiteit
2.6 Soa's en geboorteregeling

Slide 2 - Slide

Startopdracht

Log in in LessonUp, je krijgt zo een sleepvraag over mitose en meiose

  1. Loop rustig het lokaal binnen en praat zachtjes
  2. Ga zitten op je stoel
  3. Oortjes doe je uit
  4. Je jas hang je over je stoel
  5. Pak je chromebook, boek, schrift + pen

timer
2:00

Slide 3 - Slide

Mitose
Meiose
vorming van huidcellen
diploide cellen
ongeslachtelijke voortplanting
reductiedeling
vorming van zaadcellen
dochtercellen identiek aan moedercel
haploide cellen
geslachtelijke voortplanting
vorming van eicellen
2n -> n+n -> n+n+n+n
2n -> 2n + 2n

Slide 4 - Drag question





2n = 4 (diploid)
n = 2
(haploid)

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Link

Leerdoelen 2.2
  • Je kunt uitleggen hoe door meiose geslachtscellen worden gevormd en hoe de bevruchting verloopt.
  • Je kunt uitleggen hoe de geslachtelijke voortplanting bij planten met bloemen verloopt.
  • Je kunt de bouw, werking en functie van de voortplantingsorganen van de mens beschrijven. 

Slide 8 - Slide

Celfusie
Geslachtelijke voortplanting = door het versmelten van twee (geslachts)cellen en diens genetische informatie uit de kern.

De nieuwe cel bevat dus een dubbel aantal chromosomen.

Slide 9 - Slide

Bevruchting
Bij de bevruchting fuseren twee gameten. De gameten bevatten de helft van de genetische informatie (n).
Dit levert een bevruchte cel op met een normale hoeveelheid genetische informatie (2n)

Slide 10 - Slide

Voortplantingsstelsel van de man (1)
1. Zwellichaam: stroomt vol met bloed bij seksuele opwinding met een erectie als gevolg.
2. Urinebuis: afvoeren van urine.
3. Eikel: bevat veel zenuwuiteinden en is daardoor erg gevoelig.
4. Voorhuid: bedekt de eikel en beschermt deze tegen frictie en vuil.
5. Urineblaas: opslag van urine

Slide 11 - Slide

Voortplantingsstelsel van de man (2)
6. Zaadblaasjes: geeft vocht af aan de zaadcellen.
7. Prostaat: voegt vocht toe aan zaadcellen. (vocht + zaadcellen is sperma) 
8. Zaadleiders: vervoeren zaadcellen.
9. Bijbal: opslag van zaadcellen.
10. Teelbal (testes): produceert zaadcellen.
11. Balzak: de temperatuur ligt lager dan in de buikholte. Dit is gunstig voor de zaadcellen.

Slide 12 - Slide

Zaadcellen 86A
Spermatogenese

Slide 13 - Slide

Zaadcel
Sperma bestaat uit:
  • Zaadcellen (spermacellen) uit de teelballen
  • Basisch vocht uit de zaadblaasjes dat de zaadcellen actief maakt.
  • Vocht met voedingsstoffen afkomstig uit de prostaat
Tijdens een zaadlozing verlaten 300 tot 400 miljoen zaadcellen het lichaam

Slide 14 - Slide

Voortplantingsstelsel vrouw (uitwendig)

Slide 15 - Slide

Het vrouwelijk geslachtsorgaan en de eicellen 
BiNaS tabel 86B

Slide 16 - Slide

De bevruchting vindt plaats in de eileiders, na de ovulatie (eisprong).

Na de bevruchting:
  • Delen
  • Naar baarmoeder
  • Innesteling

Slide 17 - Slide

bevruchting
Bevruchting
Bevruchting = het versmelten van de kernen van de zaadcel en eicel

Slide 18 - Slide

Bevruchting, Binastabel 86E        

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Huiswerk

Lezen: 2.2 vanaf eicellen
Maken opdracht 16 t/m 22 + begrippenlijst



Slide 21 - Slide