LSV jaar 3 Week 36 / 9-9-21

Español
Examens:
- Lezen/Luisteren A2 (OP1)
- Gesprekken voeren A1 (OP2)
Nodig:
- Meta Profesional
- LessonUp
- Teams 
1 / 31
next
Slide 1: Slide
SpaansMBOStudiejaar 3

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Español
Examens:
- Lezen/Luisteren A2 (OP1)
- Gesprekken voeren A1 (OP2)
Nodig:
- Meta Profesional
- LessonUp
- Teams 

Slide 1 - Slide

Werkwijze
- In Teams vind je een lees- en luisterdossier. Deze opdrachten 
   bereiden je voor op je examens lezen en luisteren A2.
   In eigen tempo werken - minimaal 1 opdracht per week     
   (inleveren in Teams).
- Opdrachten per week in LessonUp, inleveren in Teams
- Nakijkbladen in Teams



Slide 2 - Slide

Objetivos de esta clase

- Je kunt een persoon beschrijven.
- Je kunt vertellen dat je iets (niet) leuk vindt.
Je oefent je lees- en luistervaardigheid op A2-niveau.

Slide 3 - Slide

Grammatica
Bekijk de volgende slides als je wat extra informatie of herhaling nodig hebt van:
- werkwoorden vervoegen in de tegenwoordige tijd
- gustar

Slide 4 - Slide

trabajar, él

Slide 5 - Open question

aprender, tú

Slide 6 - Open question

estudiar, yo

Slide 7 - Open question

ser, nosotros

Slide 8 - Open question

vivir, tú

Slide 9 - Open question

comer, vosotros

Slide 10 - Open question

hablar, tú

Slide 11 - Open question

ser, tú

Slide 12 - Open question

practicar, nosotros

Slide 13 - Open question

leer, yo

Slide 14 - Open question

Ik heet Guadalupe.
... Guadalupe.

Slide 15 - Open question

Juan studeert Spaans.
Juan ... español.

Slide 16 - Open question

Ik woon in Rotterdam.
Yo ... en Rotterdam.

Slide 17 - Open question

Mijn nationaliteit is Nederlands.
Mi nacionalidad es ...

Slide 18 - Open question

Ik ben 18 jaar.
... 18 años.

Slide 19 - Open question

Ik ben student

Slide 20 - Open question

Ik vind voetbal leuk.
... el fútbol

Slide 21 - Open question

Slide 22 - Video

Een persoon omschrijven
- Werk in tweetallen.
- Kies samen een (beroemd) persoon die je omschrijft.
- Benoem:
    * Naam
    * Leeftijd
    * Nationaliteit
    * Beroep
    * Iets bijzonders aan die persoon 


Slide 23 - Slide

Persoon omschrijven voorbeeld
1. Es un hombre.
2. Tiene 33 años.
3. Es español. Es de Cataluña.
4. Es futbolista.
5. Es defensa.
     Está casado con Shakira.

¿Quién es ...?
    

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

GUSTAR (1)
Me gusta viajar.
¿Te gusta el fútbol?
Me gustan las vacaciones.

Nos gusta comer pizza.
A José no le gusta trabajar.
No me gustan los deberes.

Oefen het werkwoord hier

Slide 26 - Slide

GUSTAR (regels)
gusta + werkwoord
gusta + enkelvoud

gustan + meervoud

NB 
altijd een bepaald lidwoord of bezittelijk voornaamwoord
el / la / los / las, mi(s), tu(s), su(s),, etc

Slide 27 - Slide

MP TB pag 36 
8a Maak de test. Wat voor type collega ben jij?

8b Lees de test nog een. Wanneer gebruikt men gusta en wanneer gustan? Vul de schema in.

9 Wat vind je wel leuk of lekker, en wat niet?

Slide 28 - Slide

Lezen en Luisteren (1)
Lees tekst A en luisteropdracht A in je lees- en luisterdossier.

Het dossier staat in Teams > bestanden > lees- en luisterdossier
De luisterfragmenten staan in Teams  bestanden > lees- en luisterdossier > luisterfragmenten


Slide 29 - Slide

Lezen en Luisteren (2)
Tips
1. Lees eerst de hele opdracht door. 
2. Vertaal woorden die je niet begrijpt (en schrijf ze op).
3. Denk alvast aan woorden die bij het onderwerp passen.
4. De vragen staan altijd in de volgorde waarin ze voorbij komen in de tekst 
    (dus het antwoord op vraag 3 komt altijd ná vraag 2 in de tekst). Vraag 1 
    kan een uitzondering zijn, als die over de tekst in het algemeen gaat.

Slide 30 - Slide

Huiswerk 9/9/21
Meta Profesional WB p. 34, oef. 12, 13

Slide 31 - Slide