Britse Rijk 1.3 Industriële revolutie (deel 5)

Het Britse Rijk als economische wereldmacht


Historische Context Britse Rijk 
paragraaf 3 
1 / 11
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Het Britse Rijk als economische wereldmacht


Historische Context Britse Rijk 
paragraaf 3 

Slide 1 - Slide

Programma
  1. Terugblikvraag (10 min.)
  2. Uitleg: effecten industriële samenleving (15 min.)
  3. Syllabus (rest van de les)

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  1. Je kunt de betekenis van de Factory Acts voor de Britse arbeiders beschrijven 
  2. Je kunt de veranderende positie van het Britse Rijk in de wereldeconomie aan het einde van de 19e eeuw beschrijven 

Slide 3 - Slide

KA's
KA 29: Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme
KA 31: De industriële revolutie 
KA 32: De sociale kwestie 
KA 33: Modern Imperialisme 
KA 34: De opkomst van emancipatiebeweging 
KA 35: Voortschrijdende democratisering
KA 36: De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen
  


Slide 4 - Slide

Terugblikvraag
Een geschiedenis:
In Engeland werd in de vroegmoderne tijd het parlement gekozen via een districtenstelsel, waarbij elk district (borough) twee parlementsleden mocht afvaardigen. Tijdens de industriële revolutie ontstond kritiek op rotten boroughs: districten waar nauwelijks mensen woonden, maar die nog steeds twee parlementsleden mochten afvaardigen. Vooral steden als
Londen en Birmingham drongen erop aan dat de districten opnieuw werden ingedeeld.
3p 9 Licht deze geschiedenis toe door:
  • de kritiek op rotten boroughs te verklaren vanuit 'de industriële
revolutie', en
  • de wet te noemen die in 1832 werd aangenomen om aan de kritiek
tegemoet te komen, en
  • Uit te leggen welk kenmerkend aspect past bij de kritiek op
rotten boroughs. 

Slide 5 - Slide

Antwoord
maximumscore 3
Kern van een juist antwoord is:
• Door de groei van steden / het leeglopen van het platteland tijdens/door de industriële revolutie ontstond kritiek op het gegeven dat de (inwoners van de) steden geen/te weinig vertegenwoordigers hadden (terwijl er wel parlementsleden werden afgevaardigd vanuit rotten boroughs). 1
• Aan de kritiek werd tegemoetgekomen door de Reform Bill. 1
• De kritiek op rotten boroughs past bij 'de voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces' (omdat meer mensen vertegenwoordiging
wilden krijgen bij de verkiezing van parlementsleden). 1

Opmerking
Als bij de derde deelvraag 'de opkomst van emancipatiebewegingen' wordt geantwoord, wordt geen scorepunt toegekend (omdat de ondernemers door de Reform Bill politieke invloed krijgen). 

Slide 6 - Slide

Sociale kwestie in het Britse Rijk
  • Omstandigheden in Fabriek heel zwaar 
  • Arbeiders konden die moeilijk veranderen: geen stemrecht, geen positie om eisen te stellen
  • Sociale kwestie: Steeds meer vragen in samenleving over behandeling arbeiders.  (KA 32)
  • Liberalen: Willen zo min mogelijk regeltjes. Vooral gesteund door fabriekseigenaren 
  • Socialisme: Politieke stroming die zich in gaat zetten voor rechten arbeiders  

Slide 7 - Slide

KA 32: Factory Acts (1833)
  • Onder druk van protesten, socialisme en vakbonden langzaam verandering
  • Factory Acts (1833): 
  1. Kinderen: Arbeid verboden voor kinderen jonger dan 9 jaar. Werktijd kinderen tot 13 jaar beperkt. Kinderen minimaal 2 uur per dag onderwijs 
  2. Andere arbeiders: strengere regels inzet vrouwen en ouderen 
  • Kritiek: Kunnen arbeidersgezinnen nog wel rondkomen?

Slide 8 - Slide

Eind 19e eeuw: veranderende Britse positie
  • GB nog steeds grootste rijk, maar wel meer concurrentie van vooral Amerika en Duitsland 
  • GB wilde concurrentie voorblijven: strijd om meer koloniën (modern imperialisme), vooral in Afrika (Conferentie van Berlijn) (KA 33)
  • Rivaliteit en spanning tussen Europese landen neemt toe (Oorlog?)
  • Koloniën nemen langzaam Europese gewoontes over, maar ook Europese politieke stromingen: bijv. Nationalisme (KA 36)
  • India: wilde meer zelfbestuur. Richtte Indian National Congres (1885) op. GB reageerde afwijzend. Kon zich niet voorstellen dat India zichzelf kon besturen  (KA 34)

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Opdracht (rest van de les)
  1. Lees eerst individueel de tekst uit de syllabus over 1.3 door.
  2. Onderstreep zaken die je niet begrijpt. 
  3. Kijk in tweetallen naar de KA's boven de tekst van de syllabus 
  4. Zoek bij elk KA uit welke gedeelte van de tekst uit de syllabus hierbij past. Zet er bijvoorbeeld het nummer van de KA achter 

Slide 11 - Slide