This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Oude gebergte zijn
A
Puntig met diepe dalen
B
Rond met diepe dalen
C
Rond met ondiepe dalen
D
Puntig met ondiepe dalen
Slide 3 - Quiz
Waar ontstaat een breukgebergte?
A
bij divergentie van continentale korsten
B
bij een transforme beweging van continentale korsten
C
bij convergentie van continentale korsten
D
Bij geen van deze 3 situaties
Slide 4 - Quiz
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Wat zijn endogene krachten
A
krachten van de zee
B
krachten van de zon
C
krachten vanaf de buitenkant op de aarde
D
krachten vanuit de binnenkant van de aarde
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Bij Mechanische verwering
A
valt het gesteente uit elkaar (samenstelling verandert)
B
valt het gesteente uit elkaar (samenstelling verandert niet)
C
lost het gesteente op
D
wordt gesteente aangetast door zure regen
Slide 20 - Quiz
Slide 21 - Slide
Bij chemische verwering
A
valt het gesteente uit elkaar (samenstelling verandert). Sommige materialen lossen op
B
valt het gesteente uit elkaar (samenstelling verandert niet)
C
wordt gesteente meegenomen door wind, water en ijs
Slide 22 - Quiz
Welke foto is een voorbeeld van biologische verwering?
A
B
C
D
Slide 23 - Quiz
Slide 24 - Slide
Bekijk de afbeelding. In de grafiek is met twee lijnen aangegeven waar op aarde de relatieve verweringssnelheid voor chemische en fysische verwering het grootst is. Welke lijn geeft de fysische of mechanische verwering weer?
A
de vetgedrukte lijn
B
de gestippelde lijn
Slide 25 - Quiz
Bekijk de afbeelding. In de grafiek is met twee lijnen aangegeven waar op aarde de relatieve verweringssnelheid voor chemische en fysische verwering het grootst is. Welk klimaatgebied ligt op ongeveer 0° breedte en welk gebied ligt in de buurt van de 30° breedte?
A
op 0 graden tropische klimaten
op 30 graden aride klimaten
B
op 0 graden aride klimaten
op 30 graden tropische klimaten
C
op 0 graden tropische klimaten
op 30 graden gematigde klimaten