Brutowinst, Btw, Inkoopfactuurprijs

Hoe heet je de inkoopprijs inclusief btw?

A
inkoopfactuurprijs
B
verkoopprijs
C
verkoopprijs met btw
D
inkoopprijs
1 / 20
next
Slide 1: Quiz
VerkoopcijfersMBOStudiejaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Hoe heet je de inkoopprijs inclusief btw?

A
inkoopfactuurprijs
B
verkoopprijs
C
verkoopprijs met btw
D
inkoopprijs

Slide 1 - Quiz

Wat is de consumentenprijs?
A
verkoopprijs zonder btw
B
verkoopprijs
C
verkoopprijs met btw
D
inkoopprijs

Slide 2 - Quiz

Hoe noem je de prijs die je voor je artikelen betaalt aan de leverancier?
A
inkoopprijs
B
bedrijfskosten
C
verkoopprijs
D
consumentenprijs

Slide 3 - Quiz

Hoe noem je het verschil tussen de verkoopprijs en de inkoopprijs?

A
inkoopprijs
B
brutowinst
C
verkoopprijs
D
consumentenprijs

Slide 4 - Quiz

De brutowinstopslag is een percentage van de...
A
inkoopprijs
B
bedrijfskosten
C
verkoopprijs
D
consumentenprijs

Slide 5 - Quiz

De brutowinstmarge is een percentage van de...
A
inkoopprijs
B
bedrijfskosten
C
verkoopprijs
D
consumentenprijs

Slide 6 - Quiz

De inkoopprijs van een laptop is € 100 en de brutowinstmarge is 20%. Hoeveel € is mijn verkoopprijs?
A
€ 20
B
€ 200
C
€ 100
D
€ 125

Slide 7 - Quiz

De brutowinstmarge van de I-wallet is 30% en de inkoopprijs is € 12. Hoeveel € bedraagt de brutowinst?
A
€ 12
B
€ 3,60
C
€ 5,14
D
€ 4

Slide 8 - Quiz

De brutowinstmarge van de S-gloves is 20% en de verkoopprijs € 9. Hoeveel € bedraagt de inkoopprijs?
A
€ 7,20
B
€ 6
C
€ 9
D
€ 12

Slide 9 - Quiz

Ik wil gebruik een brutowinstmarge van 70%.
Mijn inkoop is € 85.

Wat is mijn verkoopprijs?
A
€ 121, 42
B
€ 283,33
C
€ 144,50
D
€155

Slide 10 - Quiz

De inkoopprijs van een pak koffie is € 1,80. De brutowinstopslag is 20%.
Wat is de verkoopprijs van het pak koffie?
A
€ 7,20
B
€ 2,16
C
€ 2,25
D
€ 12

Slide 11 - Quiz

De inkoopprijs van een fiets is € 650,00. De brutowinstopslag is 24%.
Wat is de verkoopprijs van de fiets?
A
€ 456,00
B
€ 2,16
C
€ 2,25
D
€ 806,00

Slide 12 - Quiz

De verkoopprijs voor een auto is € 19.834,71.
Het btw-tarief is 21%.
Wat is de consumentenprijs?
A
€ 23.999,99
B
€ 16.392,32
C
€ 24.000,00
D
€ 21.619,83

Slide 13 - Quiz

De verkoopprijs van een fiets is € 495.
Het hoge btw-tarief geldt.
Hoeveel € is de consumentenprijs?
A
€ 409,10
B
€ 598,95
C
673,78
D
755,00

Slide 14 - Quiz

De consumentenprijs voor een knipbeurt bij de kapper is € 18,50.
Het btw-tarief is 9%.
Wat is de verkoopprijs?
A
€ 16,97
B
€ 20,17
C
€ 15,29
D
€ 16,84

Slide 15 - Quiz

De verkoopprijs van een iPhone is € 332,75.
De btw is 21%.
Hoeveel € is de consumentenprijs?
A
€ 402,63
B
€ 288,-
C
€ 399,30
D
€ 275,-

Slide 16 - Quiz

De verkoopprijs van een scooter is € 1150,-.
Het btw-tarief is 21%.
Wat is de consumentenprijs?
A
€ 1291,50
B
€ 1391,50
C
€ 1412,85
D
€ 1450,95

Slide 17 - Quiz

De consumentenprijs voor een computer is
€ 2.149,-.
Het btw-tarief is 21%.
Wat is de verkoopprijs?
A
€ 1.467,-
B
€ 1.675,47
C
€ 1.775,07
D
€ 1.776,03

Slide 18 - Quiz

De verkoopprijs van een brood is € 1,80. Het btw-tarief is 9%. Wat is de consumentenprijs?
A
De consumentenprijs is € 1,65
B
De consumentenprijs is € 1,96
C
De consumentenprijs is € 1,99
D
De consumentenprijs is € 2,10

Slide 19 - Quiz

De verkoopprijs is € 96.
Bereken de consumentenprijs met 21% btw.
A
€ 116,16
B
€ 20,16
C
€ 119,95
D
€ 115,95

Slide 20 - Quiz