3. Arbeidstomstandigheden les 3 11/15 KGT

• Mens & Maatschappij
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2

Een nieuwe grondwet & Maatschappelijke stromingen 

Wat gaan we doen?

• Herhaling 
• Leerdoelen
• Een nieuwe grondwet (Wat is een grondwet?)
• Maatschappelijke stromingen 

Herhaling

• Hoe waren de omstandigheden voor arme gezinnen? (rond 1800)
• Waardoor werden de omstandigheden beter? 
• Waarom worden Europese schepen afgebroken in Bangladesh?  
• Wat waren landbouwkoloniën?

Leerdoelen: Je leert:

• uitleggen waarom er in Nederland in 1848 een nieuwe grondwet kwam.
  
• belangrijke veranderingen in de Grondwet beschrijven.
  
• drie maatschappelijke stromingen in de politiek beschrijven.

Artikel 1 van de Grondwet

Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.

Daar wordt nu aan toegevoegd: handicap en seksuele gerichtheid.

Een nieuwe grondwet

• In 1840 volgde koning Willem II zijn vader op
• De koning had veel macht 
• Hij nam beslissingen over het leger, de buitenlandse politiek, de koloniën en het geld van de overheid. 
• Kon ook ministers ontslaan

De liberalen

• Onrust in Europa: Verzet tegen de macht van de koning, ook in Nederland
• Liberalen: Volk heeft recht op meer vrijheid en macht!
• Nieuwe grondwet geschreven door Johan Thorbecke. In opdracht van de koning die bang was voor een opstand in zijn land 

De Grondwet van 1848

• Ministers verantwoordelijk voor nieuwe wetten. 
• Het parlement moest alle wetten eerst goedkeuren
• Leden van het parlement: Eerste en Tweede kamer= gekozen door het volk.

Een stem voor iedereen? 

• Alleen rijke mannelijke burgers mogen eerst stemmen
• Later is het kiesrecht steeds verder uitgebreid 

Maatschappelijke stromingen

• Liberalen vonden kiesrecht en vrijheid belangrijk.  Alleen de rijke, mannelijke burgers die belasting betaalden, mochten stemmen. Arme mensen, die niet konden lezen en schrijven, geen verstand hadden van politiek. 
• De protestanten en katholieken, vonden het geloof erg belangrijk. Zij wilden graag hun eigen scholen oprichten.

De socialisten

 De socialisten kwamen op voor de belangen van de arbeiders. Zij wilden het verschil tussen arm en rijk kleiner maken. Zij zetten zich in voor wetten die de arbeiders beschermden tegen uitbuiting.

Leerdoelen: Je kunt:

• uitleggen waarom er in Nederland in 1848 een nieuwe grondwet kwam.
  
• belangrijke veranderingen in de Grondwet beschrijven.
  
• drie maatschappelijke stromingen in de politiek beschrijven.