Kommaquiz + theorie

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Woensdag 11 december

1) Tekst kiezen: daling MBO-studenten  of AI studenten

2) Komma-quiz

3) De ingezonden brief (reactie)

Interpunctiequiz+ theorie

Algemeen

• Geen vaste regels aan de hand waarvan je altijd kunt bepalen op welke plaats komma's gebruikt moeten worden.
  
  
• Uitgangspunt: plaats een komma wanneer er bij het voorlezen een duidelijke pauze hoorbaar is.
  
  
• Hoe langer de zin, hoe meer behoefte er is aan een rustpunt in de zin en dus aan een komma.

Soms zorgt een komma voor betekenisverschil in een zin...

Wat moet je bij deze mensen doen om binnen te komen?

1. Aanbellen
2. Aankloppen
3. Heel hard 'joehoe' schreeuwen
4. Geen van allen

Antwoord

Bel werkt niet, kloppen A.U.B.

Wat vind je van het interpunctiegebruik in de tekst op dit bordje?

1. Hier is niks mis mee
2. Ik zou dit toch anders hebben gedaan

Antwoord

Beter zou zijn:

"Geen hondenpoep,
opruimen A.U.B."

> Het lijkt nu meer op een bevel om hondenpoep niet op te ruimen

Verbeter de interpunctie:
"Het eerste wat je in supermarkten vaak ziet zijn, sigaretten!"

Antwoord:

"Het eerste wat je in supermarkten vaak ziet, zijn sigaretten!"

Verbeter deze tekst en plaats interpunctie waar nodig.

Antwoord:

 Correct zou zijn:

"Goedendag,
 Ik zamel oude metalen en elektronische apparaten in om te recyclen. Dus als u iets heeft of iemand kent die iets heeft, bel of sms me en ik kom het ophalen. U mag het natuurlijk ook brengen. Ik ben bijna elke avond thuis, maar het beste kunt u me gewoon bellen of sms'en."

Hoeveel komma's missen er in deze tekst?

1. Geen
2. 3
3. 5
4. 6

Antwoord

Verbeter de interpunctie waar nodig.

Antwoord

Om ruimte te maken voor onze nieuwe
collectie, hebben wij diverse artikelen 
afgeprijsd. 

Vuistregel 1: de opsomming

Zij schrijft artikelen, essays, romans, verhalen en columns.

Vuistregel 2: een bijstelling

> voor en na een bijstelling

Mark Harbers, de minister van Infrastructuur en Waterstaat , deed een nieuw voorstel. 

Vuistregel 3: na een aanhef

Geachte heer/mevrouw,

Geachte heer Wiersma,

Vuistregel 4: Voor/na een aanspreking

"Sanne, heb je het naar je zin hier?"

"Lukt dat deze week nog, papa?"

Vuistregel 5: tussen twee persoonsvormen

Wat zij gezegd heeft, is heel opmerkelijk.

Plaats de komma op de juiste plek:

"Nu ik er langer over nadenk vind ik het geen gek idee."

Plaats de komma op de juiste plek:

"Wat zij bereikt heeft is vooral te danken aan haar doorzettingsvermogen."

Vuistregel 6: voor voegwoorden

Hoewel, omdat, zodat, opdat, indien, maar, aangezien, terwijl etc. > meestal een komma

> Hij dacht er lang over na, aangezien hij veel tijd had. 

Samenvatting vuistregels

1. Een opsomming

2. Een bijstelling

3. na een aanhef

4. Voor en na een aanspreking

5. Tussen twee persoonsvormen

6. Voor voegwoorden