5.3 Nederland migratieland

5.3 Nederland migratieland
1 / 17
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

5.3 Nederland migratieland

Slide 1 - Slide

Deze les
Leerdoelen
Terugblik vorige les
Uitleg 5.3
Leerdoelen controleren

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Aan het eind van de les kun je uitleggen:
  • Waardoor veel Zuid-Nederlanders naar de Republiek verhuisde
  • Welke invloed de migranten hadden op de Nederlandse economie
  • Welke vrijheid er in de Republiek was en welke migranten er daardoor kwamen

Slide 3 - Slide

Johannes Calvijn
Maarten Luther

Je mag in opstand komen tegen de heer
Je mag niet in opstand komen tegen de heer
Een hekel aan de aflatenverkoop
Mensen moeten sober leven

Slide 4 - Drag question

Wie deden mee aan de beeldenstorm in 1566?
A
Katholieken
B
Protestanten

Slide 5 - Quiz

Leg uit wat een aflaat is.

Slide 6 - Open question

De hertog van Alva kwam naar de Nederlanden als reactie op de beeldenstorm
A
Waar
B
Niet

Slide 7 - Quiz

Wie was de leider van de opstand?
A
Fillips II
B
Willem van Oranje
C
De Hertog van Alva

Slide 8 - Quiz

Waar
Niet waar

Filips II wilde dat iedereen protestant was
Centralisatie was een oorzaak van de Nederlandse opstand
Willem van Oranje was de leider van de opstand
De Hertog van Alva was erg populair in de Nederlanden

Slide 9 - Drag question

Waarom was stadhouder (legerleider) Maurits van Oranje tegen de wapenstilstand in 1609-1921?

Slide 10 - Open question

Bloei
  • De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1588 
  • Opstandige gewesten
  • Economie bloeide 
  • Holland en Zeeland werden rijk
  • Alleen in het zuiden werd gevochten

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Migranten
  • Spaanse overheersing > onrust
  • 100.000 Zuid-Nederlandse vluchtelingen
  • Rijke handelaren
  • Zij namen mee:
  1. Kennis
  2. Geld/rijkdom
  3. Handelscontacten

Slide 13 - Slide

Vluchtelingen
  • Godsdiensttolerantie/gewetensvrijheid
  • Geen godsdienstvrijheid: anderen mochten geen last hebben van een ander geloof dan calvinisme
  • Verschillende mensen emigreren:
  1. Protestanten 
  2. Hugenoten (Franse protestanten)
  3. Portugese joden

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Waardoor verhuisde veel Zuid-Nederlanders naar de Republiek?

Slide 16 - Open question

Welke vrijheid was er in de Republiek?

Slide 17 - Open question