What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
WOORDENSCHAT 14
woordenschat 14
2F
1 / 25
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
MBO
Studiejaar 3
This lesson contains
25 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
woordenschat 14
2F
Slide 1 - Slide
plausibel
A
keizerlijk
B
geloofwaardig
C
verantwoordelijk
Slide 2 - Quiz
vertroebeld
A
geld ingewisseld
B
verduisterd
C
onzuiver gemaakt
Slide 3 - Quiz
radicaal
A
totaal
B
deels
C
overvloedig
Slide 4 - Quiz
consequentie
A
oorzaak
B
gevolg
C
reden
Slide 5 - Quiz
vellen
A
griep hebben
B
doppen
C
omver halen
Slide 6 - Quiz
zienderogen
A
slecht waarneembaar
B
(goed) waarneembaar
C
wegkijken van
Slide 7 - Quiz
befaamd
A
beroemd
B
gestoord
C
gedreven
Slide 8 - Quiz
routinier
A
uitgever van atlassen
B
iemand met grote ervaring
C
kaartlezer
Slide 9 - Quiz
oprecht
A
van rechts
B
conservatief
C
eerlijk
Slide 10 - Quiz
de overhand hebben
A
iets uit de mouw schudden
B
de meeste macht hebben
C
iemand de hand boven het hoofd houden
Slide 11 - Quiz
woordenschat 14
3F
Slide 12 - Slide
gedwee
A
woedend, razend
B
kort, bondig
C
onderdanig, volgzaam
Slide 13 - Quiz
kapittelen
A
streng berispen
B
fout parkeren
C
scherp stellen
Slide 14 - Quiz
confisqueren
A
gelden of goederen in beslag nemen
B
de consequenties ervaren
C
een constante factor zijn
Slide 15 - Quiz
lucratief
A
laatdunkend
B
winstgevend
C
lichtgevend
Slide 16 - Quiz
summier
A
samenvattend
B
bondig
C
opgeteld
Slide 17 - Quiz
correlatie
A
onderlinge afhankelijkheid
B
wederzijdse toestemming
C
tegengestelde belangen
Slide 18 - Quiz
agglomeratie
A
boerenbedrijf met omliggende weilanden
B
apparaat voor stroomvoorziening
C
stad met haar voorsteden
Slide 19 - Quiz
vehikel
A
primitief of versleten voertuig
B
nieuw, vers artikel
C
zware bergwandeling
Slide 20 - Quiz
souplesse
A
verwaandheid
B
lenigheid
C
voorgerecht
Slide 21 - Quiz
moloch
A
iets wat het leven mooier maakt
B
iets waar je betekenis aan hecht
C
iets waaraan alles wordt opgeofferd
Slide 22 - Quiz
synoniemen
antoniemen
Slide 23 - Slide
https:
Slide 24 - Link
https:
Slide 25 - Link
More lessons like this
Schooltaalwoorden Deel 3
February 2024
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Synoniemen en antoniemen (T10 keuzeles 2+3)
September 2024
- Lesson with
33 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Synoniemen en antoniemen
September 2024
- Lesson with
41 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
tussenstop 2
January 2022
- Lesson with
48 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Nieuwsbegrip: de politie herkennen
January 2024
- Lesson with
34 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
homoniemen, synoniemen, antoniemen
January 2024
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
4.24 Betekenissen
March 2022
- Lesson with
38 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
les 24 betekenissen (DG/ D-A)
March 2022
- Lesson with
35 slides
PAV
Secundair onderwijs