spreken, kijken, luistren havo/vwo 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Planning

• Herhaling theorie gespreksdoel, gesprekssoort, publiek
• Opdrachten 5.1, 6 en 8 Spreken, Kijken, Luisteren maken 
• Groepsopdracht: Filmpje maken

Herhaling: tekstdoel, tekstsoort en publiek

• Gesprekken hebben een doel
  - Informeren, amuseren, overhalen, overtuigen, uitleg geven, mening laten vormen
• Dit sluit aan bij de gesprekssoort 
  - Informerend, amuserend, activerend, betogend, uiteenzettend, beschouwend
  - Monoloog, dialoog, groepsgesprek

Groepsindeling

Groep 1: informeren, informerend, kinderen 12-15 jaar

Groep 2: overhalen, activerend, ouders

Groep 3: amuseren, amuserend, kinderen 5-7 jaar

Groep 4: overtuigen, betogend, kinderen 12-15 jaar

Groep 5: uitleg geven, uiteenzetten, senioren

Herhaling: luistermanieren

• Globaal: in grote lijnen
• Precies: je moet tekst kunnen samenvatten
• Selectief: gericht zoeken naar uitspraken/informatie

Vergelijken fragmenten

• 1 onderwerp kan op verschillende manieren met verschillende doelen besproken worden.
• Ook kan het publiek verschillend zijn.

Herhaling: lichaamstaal, stemgebruik, leestekens

• Lichaamstaal: houding, mimiek, gebaren, oogcontact
• Stemgebruik: toonhoogte, tempo, volume, intonatie
• Leestekens: spreekpauzes, uitroeptekens, vragen

Opdracht 4 en 5

• Fragment 
• Wat: maak opdracht 4 en 5
• Hoe: vragen doorlezen, filmpje kijken, in tweetallen vragen maken
• Hulp: buurman/buurvrouw, vinger opsteken
• Tijd: 5 minuten
• Klaar: lees opdracht 6 en 7

Opdracht 6 en 7

• Fragment
• Wat: maak opdracht 6 en 7
• Hoe: vragen doorlezen, filmpje kijken, in tweetallen vragen maken
• Hulp: buurman/buurvrouw, vinger opsteken
• Tijd: 5 minuten
• Klaar: maak opdracht 8

Opdracht 6

• Fragment 
• Wat: maak opdracht
• Hoe: vragen doorlezen, filmpje kijken, in tweetallen vragen maken
• Hulp: buurman/buurvrouw, vinger opsteken
• Tijd: 5 minuten
• Klaar: lees opdracht 7

Opdracht 9

• Fragment
• Wat: maak opdracht 9
• Hoe: vragen doorlezen, filmpje kijken, in tweetallen vragen maken
• Hulp: buurman/buurvrouw, vinger opsteken
• Tijd: tot einde les 
• Klaar: opdracht 10

Huiswerk