§1.3 Het buitenland zorgt ook voor inkomen

Vraag
Er zijn 2 manieren hoe de hoeveelheid geld kan toenemen.

Hoe kan de geldvoorraad in een land toenemen?
(In dit geval in de EU)
1 / 13
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 13 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Vraag
Er zijn 2 manieren hoe de hoeveelheid geld kan toenemen.

Hoe kan de geldvoorraad in een land toenemen?
(In dit geval in de EU)

Slide 1 - Slide

§1.3 Het buitenland zorgt ook voor inkomen

Slide 2 - Slide

Hoe neemt de geldhoeveelheid in een land toe of af?

Slide 3 - Open question

Lesdoelen
Aan het eind van de les kun je uitleggen:
Hoe de geldhoeveelheid in een land toe- of afneemt.

  • Wat de lopende rekening van de betalingsbalans is
  • Wat de financiële rekening en de salderingsrekening van de betalingsbalans zijn
  • Wat het verband is tussen saldo lopende rekening en het nationaal spaarsaldo


Slide 4 - Slide

1) Export - Import
  • Meer uitvoer dan invoer = overschot (geld hoeveelheid = toegenomen)
  • Minder uitvoer dan invoer = tekort (geld hoeveelheid is afgenomen)

Slide 5 - Slide

Betalingsbalans
Overzicht van inkomsten en uitgaven die uit handel met andere landen ontstaan

De betalingsbalans bestaat uit verschillende onderdelen:
  1. Lopende rekening
  2. Financiële rekening
  3. Salderingsrekening

Slide 6 - Slide

Lopende rekening
Lopend, omdat het gaat om inkomen uit arbeid (en inkomensoverdrachten)

  • Saldo goederen (handelsbalans)
  • Saldo diensten
  • Saldo inkomensoverdrachten 
  • Saldo (gast) arbeid

  • inkomende geldstromen - uitgaande geldstromen => SALDO LOPENDE REKENING

Slide 7 - Slide

Financiële rekening
Financieel, omdat het hier gaat om investeringen met geld (aandelen, obligaties, spaargelden, vastgoed)

  • Inkomende geldstroom - uitgaande geldstroom = SALDO KAPITAALREKENING

Slide 8 - Slide

Materieel saldo
Saldo lopende rekening en kapitaalrekening = Materieel saldo

  • in - uit = saldo
  • Hoeveel is het materieel saldo?
  • 10 - 3 = 7 






Slide 9 - Slide

Salderingsrekening
  • Salderen = totaal inkomende geldstromen - totaal uitgaande geldstromen

  • Formeel wordt de balans in evenwicht gezet door materiele saldo in een rekening te verwerken. (Als er materieel geen evenwicht is!)

  • Dit tekort zal de overheid oplossen door vreemde valuta te verkopen.


Slide 10 - Slide

Betalingsbalans
  •  Lopende rekening - overdrachtsinkomens = (E-M)

  • Kapitaalrekening = (B-O) + (S-I)

  • Kennen we dit nog ergens van?

Slide 11 - Slide

Sparen of uitgeven
  • Lopende rekening = (E-M)

  • identiteit #3
  • (B-O) + (S-I) = (E-M)

  • (B-O) + (S-I) = spaartekort = -/- dan is er ook een tekort op de lopende rekening

  • Als er meer gespaard wordt in een land dan wordt er minder geïmporteerd
  • Als er minder gespaard wordt (meer investeringen) dan wordt er meer geïmporteerd.

  • Meer sparen zorgt voor een overschot op de lopende rekening


Slide 12 - Slide

Opdracht
Wat: Maak opdracht 32, 34 en 37
Hoe: In je schrift. Gebruik tabel 12 voor verheldering
Tijd: 15 minuten 
Resultaat: Samen bespreken
Klaar: maak de rest van de opdrachten van de paragraaf.


timer
15:00

Slide 13 - Slide