spellingscategorieën bureau en route

1 / 16
next
Slide 1: Video
SpellingBasisschoolGroep 7

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slide and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Slide 2 - Slide

Wat zet je op de puntjes?
de r..te
A
oe
B
au
C
eau
D
ou

Slide 3 - Quiz

Wat zet je op de puntjes?
het bur..
A
eau
B
eou
C
oo
D
oe

Slide 4 - Quiz

Wat zet je op de puntjes?
de bl..se
A
oe
B
oo
C
ou
D
au

Slide 5 - Quiz

Wat zet je op de puntjes?
de b..illon
A
au
B
ou
C
oe
D
oo

Slide 6 - Quiz

Wat zet je op de puntjes?
het niv..
A
ou
B
au
C
oo
D
eau

Slide 7 - Quiz

Wat zet je op de puntjes?
het cad..
A
oo
B
oe
C
eau
D
au

Slide 8 - Quiz

Welk woord hoort erbij?
weg
A
douche
B
route
C
routine
D
journaal

Slide 9 - Quiz

Welk woord hoort erbij?
soep
A
souvenir
B
journalist
C
retour
D
bouillon

Slide 10 - Quiz

Welk woord hoort erbij?
lied
A
couplet
B
routine
C
journaal
D
journalist

Slide 11 - Quiz

Vul in ou/oe
De k..rier bleek ook een goede c..reur.
A
ou/oe
B
oe/ou
C
oe/oe
D
ou/ou

Slide 12 - Quiz

Vul in ou/oe
De pl..g wint op r..tine.
A
ou/oe
B
oe/ou
C
oe/oe
D
ou/ou

Slide 13 - Quiz

Vul in ou/oe
De t..rist kocht een s..venir.
A
ou/oe
B
oe/ou
C
oe/oe
D
ou/ou

Slide 14 - Quiz

Bedenk zoveel mogelijk woorden met bureau

Slide 15 - Open question

Bedenk zoveel mogelijk woorden met cadeau

Slide 16 - Open question