H2 FA CH 6 GR Quel/ Prendre

1 / 13
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Is het quel/quelle/quels/quelles
............... est ton jean préféré?

A
quels
B
quelles
C
quel
D
quelle

Slide 2 - Quiz

Kies: quel/quelle/quels/quelles

Tu vas acheter ..... pizza(v)?
A
quel
B
quelle
C
quels
D
quelles

Slide 3 - Quiz

C'est quel jour aujourd'hui?
A
lundi
B
mercredi
C
mardi
D
jeudi

Slide 4 - Quiz

Quel / Quelle / Quels sont tes chanteurs préférés ?
A
quel
B
quelle
C
quels
D
quelles

Slide 5 - Quiz

Wat is de vertaling van "quel" in de volgende zin?: "Quel est ton pays préféré?"
A
wat
B
wie
C
welk
D
hoe

Slide 6 - Quiz

Wat betekent Quel in combinatie met 'est' of 'sont'?
Vb: Quelles sont tes matières?
A
Wat
B
Wanneer
C
Welke
D
Waar

Slide 7 - Quiz

C'est quel sport?
Wat betekent 'quel'?
A
wie
B
wat
C
waar
D
welke

Slide 8 - Quiz

De werkwoorden.... : prendre = nemen
comprendre = begrijpen
apprendre = leren
A
J'apprend le français
B
Je comprends le français
C
J'apprends le français
D
Je prend un croissant!

Slide 9 - Quiz

Tu comprends les maths?
A
Begrijpen jullie wiskunde?
B
Begrijp jij wiskunde?
C
Leer jij wiskunde?
D
Jij leert wiskunde?

Slide 10 - Quiz

'Je prends un croissant'
betekent
A
ik eet een croissant
B
ik wil een croissant
C
ik neem een croissant
D
ik koop een croissant

Slide 11 - Quiz

Nous (prendre, présent) le vélo pour aller à la maison
A
Nous prenons
B
Nous prennent
C
Nous prends
D
Nous prendons

Slide 12 - Quiz

Ga naar Verbuga.eu  Frans 

Slide 13 - Slide