This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
medicatie toedienen
injecteren
katheteriseren vrouw en man
blaasspoelen
suprapubische katheter verzorgen
stoma verzorgen
neus-maagsonde inbrengen
sondevoeding toedienen
PEG verzorgen
zuurstof toedienen
tracheostoma en tracheacanule verzorgen
mond-keelholte uitzuigen
Slide 2 - Slide
noem 4 indicaties voor het plaatsen van een blaaskatheter
A
Chronische blaasontstekingen
Onvermogen om de blaas te ledigen (retentie). Na een operatie in het buik- of bekkengebied.
Noodzakelijk voor toediening blaasspoeling
B
Chronische blaasincontinentie
Onvermogen om de blaas te ledigen (retentie).
Voor een operatie in het buik- of bekkengebied.
Noodzakelijk voor toediening blaasspoeling
C
Chronische blaasincontinentie
Onvermogen om urine op te houden
Voor een operatie
Noodzakelijk voor toediening blaasspoeling
D
Chronische blaasincontinentie
Retentie van de blaas.
Na een operatie in het buik- of bekkengebied.
Voor toediening blaasspoeling
Slide 3 - Quiz
noem 2 contra-indicaties voor het plaatsen van een blaaskatheter
A
letsel aan de urethra.
Prostatitis, al dan niet acuut.
B
letsel aan de vagina.
Prostatitis, al dan niet acuut.
C
letsel aan de anus.
vergrote prostaat
D
letsel aan de urethra.
vergrote prostaat
Slide 4 - Quiz
Noem minimaal 3 indicaties voor het inbrengen van een neus-maag sonde
A
1. vocht toedienen
2.wanneer de slikfunctie ontbreekt
3.bij aandoeningen in de slokdarm
B
1.de maagretentie bepalen;
2.diagnostisch onderzoek verrichten;
3.overtollig vocht uit de maag verwijderen bij
een ileus
C
1.het maag-darmkanaal spoelen na inname van giftige stoffen
2.de maagretentie bepalen
3.voeding toedienen
D
1.bij aandoeningen in het aangezicht: trauma;
2.bij een schedelbasisfractuur.
3.voeding toedienen
Slide 5 - Quiz
Noem 3 contra-indicaties bij het inbrengen van een neus-maagsonde
A
1. vocht toedienen
2.wanneer de slikfunctie ontbreekt 3.bij aandoeningen in de slokdarm
B
1.bij aandoeningen in het aangezicht: trauma;
2.bij een schedelbasisfractuur.
3.voeding toedienen
C
1.bij aandoeningen in het aangezicht: trauma
2.bij een schedelbasisfractuur
3.wanneer de slikfunctie ontbreekt
D
1.de maagretentie bepalen;
2.diagnostisch onderzoek verrichten;
3.overtollig vocht uit de maag verwijderen bij
een ileus
Slide 6 - Quiz
Hoe meet je de NEX+10
A
Meet met de sonde de afstand vanaf het
borstbeen naar de neus tot aan de oorlel.
tel hier 10 cm bij op.
B
Meet met de sonde de afstand vanaf het
borstbeen naar de oorlel tot aan het puntje van de neus.
C
Meet met de sonde de afstand vanaf de neus
naar de oorlel tot aan het uiteinde borstbeen.
Tel hier 10 cm bij op.
D
Meet met de sonde de afstand vanaf de neus
naar de oorlel tot aan het uiteinde borstbeen.
Slide 7 - Quiz
Hoe bepaal je de zuurgraad
A
laat de cliënt limonade drinken en trek daarna een beetje maagsap op uit de maag. bepaal de PH-waarde met behulp van de PH-indicator
B
spuit 5-10 ml lucht door de sonde.
Zuig met de spuit voorzichtig enkele druppels maagsap uit de sonde op. Bepaal de pH-waarde met behulp van de pH-indicator.
C
Hang de pH-indicator in het maagsap gedurende 1-30 seconden tot de strip verkleurt en lees af.
D
laat de cliënt een beetje speeksel op de PH-indicator spugen. Bepaal zo de zuurgraad
Slide 8 - Quiz
hoeveel liter zuurstof kan je via de zuurstofbril toedienen
A
Een zuurstofbril is geschikt voor zuurstoftoediening tot 2 liter per minuut.
B
Een zuurstofbril is geschikt voor zuurstoftoediening tot 4 liter per minuut.
C
Een zuurstofbril is geschikt voor zuurstoftoediening tot 6 liter per minuut.
D
Een zuurstofbril is geschikt voor zuurstoftoediening tot 8 liter per minuut.
Slide 9 - Quiz
hoeveel liter zuurstof kan je via de zuurstofkatheter toedienen
A
Een zuurstofkatheter is geschikt voor zuurstoftoediening tot 2 liter per minuut.
B
Een zuurstofkatheter is geschikt voor zuurstoftoediening tot 4 liter per minuut.
C
Een zuurstofkatheter is geschikt voor zuurstoftoediening tot 6 liter per minuut.
D
Een zuurstofkatheter is geschikt voor zuurstoftoediening tot 8 liter per minuut.
Slide 10 - Quiz
hoeveel liter zuurstof kan je via de zuurstofmasker toedienen
A
Een zuurstofmasker is geschikt voor zuurstoftoediening tot 12 liter per minuut.
B
Een zuurstofmasker is geschikt voor zuurstoftoediening tot 10 liter per minuut.
C
Een zuurstofmasker is geschikt voor zuurstoftoediening tot 8 liter per minuut.
D
Een zuurstofmasker is geschikt voor zuurstoftoediening tot 14 liter per minuut.
Slide 11 - Quiz
noem de 3 verschillende stoma's
A
colonstoma
ileostoma
urostoma
B
tracheastoma
colonstoma
ileostoma
C
colonstoma
tracheastoma
urostoma
Slide 12 - Quiz
bij het toedienen van medicijnen is er een regel van 5 :
A
Juiste cliënt
Juiste dosering
Juiste medicijn
Juiste tijd en hoe neem je het in
B
Juiste naam
Juiste woonplaats
Juiste pil
Juiste situatie en tijdstip
C
Juiste gelegenheid
Juiste hoeveelheid
Juiste adres/geboorteplaats
Juiste tijdstip en manier van innemen
D
Juiste cliënt/geboorte datum
Juiste dosering/hoeveelheid
Juiste medicijn
Juiste tijdstip en manier van inname
Slide 13 - Quiz
bij het inbrengen van een zetpil ligt de volwassen cliënt op zijn ...........zij
A
rechter zij
B
linker zij
Slide 14 - Quiz
noem aandachtspunten bij het uitzuigen van de mond en keelholte
A
niet zuigend inbrengen, zuigend uit
niet langer dan 10-15 seconden
maximaal 3x achter elkaar
B
zuigend inbrengen, niet zuigend eruit
niet langer dan 5-10 seconden
maximaal 5x achter elkaar
Slide 15 - Quiz
indicaties voor een tracheotomie
A
Verlamming van 1 of beide stembanden
Obstructie door corpus alienum
Obstructie door littekenweefsel
Inoperatieve tumor
Langdurige beademing
B
Zwelling bij allergische reactie
Zwelling bij ontstoken weefsel
Zwelling na operatief ingrijpen in hoofd/halsgebied
Zwelling na schade na trauma