23/24-40-1H- Tekstdoelen en tekstsoorten

23/24 Nederlands
Klas 1 
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

23/24 Nederlands
Klas 1 

Slide 1 - Slide

Inhoud van dit college
Doel: aan het eind van dit college weet je hoe een tekst is opgebouwd. Bovendien weet je wat een alinea is. 

Let op: woordjestoets - gaat niet door!

Slide 2 - Slide

Alinea's
  • Teksten zijn verdeeld in alinea’s.

  • Een alinea bestaat uit een aantal zinnen die bij elkaar horen omdat ze over hetzelfde gaan. 

  • Iedere nieuwe alinea begint op een nieuwe regel.

Slide 3 - Slide

Kernzin
De belangrijkste zin van een alinea is de kernzin.

Vaak is het de eerste zin, na deze zin volgt dan een uitleg van de kernzin.
Als het de laatste zin van de alinea is, dan is dit een conclusie of samenvatting van deze alinea.

In de kernzin staan de hoofdzaken, in de rest van de alinea staan bijzaken.

Slide 4 - Slide

Kernzinnen
  • In een goede alinea staat de belangrijkste informatie in de kernzin. 

  • Dat is meestal de eerste zin van de alinea en soms de laatste.

  • In de zinnen voor of na de kernzin staat dan een nadere uitleg of een voorbeeld.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Leesstrategieën
Strategie
Doel
Aanpak
1. Oriënterend
Vaststellen waarover een tekst gaat (onderwerp).
Je bekijkt de tekst. Je kijkt naar: 
- de titel; 
- de illustraties (plaatjes);
- tussenkopjes (titels van tekstgedeeltes);
- anders gedrukte woorden;
Je leest de eerste alinea.
2. Globaal
Vaststellen welke kanten van het onderwerp worden besproken (deelonderwerp).
Je leest de eerste en laatste zin van iedere alinea. 
3. Precies
Een tekst helemaal goed begrijpen.
Je leest de tekst nauwkeurig van begin tot eind. 
4. Zoekend
Bruikbare informatie in een tekst vinden. 
Je let op tussenkopjes, anders gedrukte woorden en opvallende tekens (bolletjes, nummers en sterretjes). 

Slide 7 - Slide

Evaluatie van dit college
Doel: aan het eind van dit college weet je hoe een tekst is opgebouwd. Bovendien weet je wat een alinea is. 
Kun jij beide termen uitleggen?

Slide 8 - Slide

Les 1 - Wat weet je al? 
Lesdoel: aan het eind van de les weet je of de theorie van tekstdoel en tekstsoort goed beheerst. 

- vragen beantwoorden 
- oefen met de theorie

Slide 9 - Slide

Wat weet je van tekstdoelen en tekstsoorten? 

Slide 10 - Mind map

Is 'een advertentie' een tekstsoort of tekstdoel?
A
Tekstsoort
B
Tekstdoel

Slide 11 - Quiz


Wat is
het tekstdoel?

A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
amuseren

Slide 12 - Quiz

Wat is het tekstdoel en de tekstsoort?
A
Instrueren, handleiding
B
Informeren, column
C
Amuseren, gedicht
D
Overhalen, opiniestuk

Slide 13 - Quiz


Wat is
het tekstdoel?

A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
amuseren

Slide 14 - Quiz


Wat is
het tekstdoel?

A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
amuseren

Slide 15 - Quiz

Tekstdoel en tekstsoort?
A
Overtuigen, reclame
B
Informeren, reclame
C
Activeren, reclame
D
Instrueren, routeplanner

Slide 16 - Quiz

Tekstdoel en tekstsoort?
A
Overtuigen, reclame
B
Activeren, uitnodiging
C
Informeren, uitnodiging
D
Activeren, reclame

Slide 17 - Quiz

Wat is de tekstsoort en wat is het tekstdoel?
A
klachtenbrief - overtuigen
B
ingezonden brief - overtuigen
C
klachtenbrief - activeren
D
ingezondenbrief - activeren

Slide 18 - Quiz

Sleep de tekstsoorten naar het juiste tekstdoel
Overtuigen
Informeren
Instrueren

Slide 19 - Drag question

1 Welk tekstdoel hoort bij de tekstsoort? Sleep de tekstsoorten naar de juiste tekstdoelen.
activeren
amuseren
instrueren
overtuigen
recept
recensie
reclamefolder
roman

Slide 20 - Drag question

Ik kan de vijf tekstdoelen en bijbehorende tekstsoorten herkennen
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

Welke tekstdoelen vind je nog lastig?
Amuseren
Informeren
Instrueren
Activeren
Overtuigen

Slide 22 - Poll

Les 1 - Evaluatie
Lesdoel: aan het eind van de les weet je of de theorie van tekstdoel en tekstsoort goed beheerst. 

- weet jij voor jezelf of je de theorie beheerst? 

Slide 23 - Slide