Meer dan lezen H4 alinea's en kernzinnen



Welkom!


Pak je spullen:
  • je eigen leesboek
  • lesboek + schrift
  • pen of potlood

1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson



Welkom!


Pak je spullen:
  • je eigen leesboek
  • lesboek + schrift
  • pen of potlood

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Link

Slide 3 - Slide

Volgend onderdeel
We werken aan begrijpend lezen. 
Deze weken werken we aan § 3 en 4 van 'Meer dan lezen'

We leren:
- tekstdoelen bepalen
- wat kernzinnen en alinea's zijn 
- en hoe je deze herkent in een tekst

Slide 4 - Slide

Leerdoelen
Je leert deze les:
  • wat alinea's zijn en hoe je deze kunt onderscheiden 
  • wat een kernzin van een alinea is en hoe je dit kunt bepalen

Slide 5 - Slide

Even denken..
We hebben het gisteren gehad over verschillende tekstsoorten met verschillende tekstdoelen
Weet je nog welke we besproken hebben? En kun je een voorbeeld noemen? 
  1. ..............................................................................
  2. ..............................................................................
  3. ..............................................................................
  4. ..............................................................................
  5. ..............................................................................

Slide 6 - Slide

Alinea's en kernzinnen
Je weet nu dat elke tekst met een doel geschreven wordt.

Zo'n tekst is verdeeld in verschillende delen. Zinnen die bij elkaar horen en over hetzelfde onderwerp gaan noem je een alinea.
- Je kunt een alinea herkennen op verschillende manieren. Welke weet je al? 

De belangrijkste informatie in een alinea is te vinden in een kernzin
Zo'n zin geeft de belangrijkste informatie van dat stukje tekst (ander gezegd, het bevat de kern).

Slide 7 - Slide

Alinea's herken je zo...
Een tekst is in stukjes verdeeld. Zo'n stukje is een alinea.

Alinea 
- begint op een nieuwe regel
- springt de eerste regel van de alinea in
- begint na een witregel

Slide 8 - Slide

Geen alinea's
Wel alinea's

Slide 9 - Slide

Alinea's bestaan uit...
  • Zinnen die bij elkaar horen.
  • Zinnen die over hetzelfde deelonderwerp gaan.

De inleiding is een alinea.
De kern bestaat vaak uit meer alinea's.
Het slot is een alinea.
Een tekst heeft dus minimaal 3 alinea's!

Slide 10 - Slide

Kernzin
De belangrijkste zin van een alinea is de kernzin.

Vaak is het de eerste zin, na deze zin volgt dan een uitleg van de kernzin.
Als het de laatste zin van de alinea is, dan is dit een conclusie of samenvatting van deze alinea.

In de kernzin staan de hoofdzaken, in de rest van de alinea staan bijzaken.
Een voorbeeld of uitwerking is zo'n bijzaak. 

Slide 11 - Slide

Kernzin?
De opwarming van de aarde heeft een slechte invloed op de natuur. Dier- en plantensoorten sterven bijvoorbeeld uit. Bovendien is het ook slecht voor de gezondheid van de mens, nu de lucht steeds smeriger wordt. Daarom vind ik dat de overheid snel actie moet ondernemen.

Slide 12 - Slide

Kernzin?
Van zwemmen in natuurwater kunt u ziek worden. In natuurwater komen bacteriën, virussen en algen voor. Met name tijdens warm weer kan het aantal bacteriën in natuurwater met weinig stroming snel groeien

Slide 13 - Slide

Aan de slag!

Wat? Je maakt opdracht 2 van p. 31-33. 
Hoe? Je werkt zelfstandig. Antwoorden noteer je in je schrift
Hulp? Denk aan: BBB
Tijd? 15 minuten + nakijken = 20 minuten
Uitkomst? Je oefent met een tekst met vragen (alinea's, kernzinnen etc.)
Klaar? Heb je ook nagekeken? Maak opdracht 4.1-4.4, dat is huiswerk.
Opdracht 1 maak je als extra oefening. 

Slide 14 - Slide

Even terugblikken
Je leerde deze les:
  • wat alinea's zijn en hoe je deze kunt onderscheiden 
  • wat een kernzin van een alinea is en hoe je dit kunt bepalen

Slide 15 - Slide

Huiswerk
  • Bestudeer nogmaals de theorie van § 3 en § 4 
  • Markeer de belangrijke woorden in je boek
  • Heb je vragen? Vind je iets lastig? Schrijf het op!
  • Je maakt opdracht 4 van § 4 (let op: dit is p. 32-33)

Slide 16 - Slide