This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Ontdek de wonderen van de bloem
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Leerdoel
Aan het einde van deze les kun je de belangrijkste onderdelen van de bloem identificeren en benoemen.
Slide 2 - Slide
Introduceer het doel van de les aan de studenten en vertel waarom het belangrijk is om de onderdelen van de bloem te kennen.
Wat weet jij al over de onderdelen van de bloem?
Slide 3 - Mind map
This item has no instructions
De bloem
De bloem is het voortplantingsorgaan van planten.
Slide 4 - Slide
Leg uit wat de bloem is en waarom het belangrijk is voor de plant.
Kelkbladen
De kelkbladen zijn de groene blaadjes aan de buitenkant van de bloem.
Slide 5 - Slide
Laat afbeeldingen van bloemen zien en vraag studenten om de kelkbladen aan te wijzen.
Kroonbladen
De kroonbladen zijn de gekleurde blaadjes in het midden van de bloem.
Slide 6 - Slide
Laat afbeeldingen van bloemen zien en vraag studenten om de kroonbladen aan te wijzen.
Meeldraden
De meeldraden zijn de mannelijke voortplantingsorganen van de bloem en produceren stuifmeel.
Slide 7 - Slide
Laat afbeeldingen van bloemen zien en vraag studenten om de meeldraden aan te wijzen.
Stamper
De stamper is het vrouwelijke voortplantingsorgaan van de bloem en bevat de stempel, stijl en vruchtbeginsel.
Slide 8 - Slide
Laat afbeeldingen van bloemen zien en vraag studenten om de stamper aan te wijzen.
Stempel
De stempel is het bovenste deel van de stamper en vangt het stuifmeel op.
Slide 9 - Slide
Laat afbeeldingen van bloemen zien en vraag studenten om de stempel aan te wijzen.
Vruchtbeginsel
Het vruchtbeginsel is het onderste deel van de stamper en bevat de zaadbeginsels.
Slide 10 - Slide
Laat afbeeldingen van bloemen zien en vraag studenten om het vruchtbeginsel aan te wijzen.
Samenvatting
Nu weet je de belangrijkste onderdelen van de bloem. Kelkbladen, kroonbladen, meeldraden en de stamper met de stempel, stijl en vruchtbeginsel.
Slide 11 - Slide
Vat de belangrijkste informatie van de les samen en vraag studenten of ze nog vragen hebben.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 12 - Open question
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 13 - Open question
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 14 - Open question
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.