Vormt vrouwelijke voortplantingscellen en groeit na bevruchting uit tot een vrucht met zaden.
timer
1:00
A
kelkbladeren
B
kroonbladeren
C
stamper
D
meeldraden
Slide 12 - Quiz
Lokt insecten en beschermt de voortplantingsorganen.
timer
1:00
A
kelkbladeren
B
kroonbladeren
C
stamper
D
meeldraden
Slide 13 - Quiz
Vormen stuifmeel met mannelijke voortplantingscellen (zaadcellen)
timer
1:00
A
kelkbladeren
B
kroonbladeren
C
stamper
D
meeldraden
Slide 14 - Quiz
Beschermt de andere bloemdelen voor de bloem zich opent.
timer
1:00
A
kelkbladeren
B
kroonbladeren
C
stamper
D
meeldraden
Slide 15 - Quiz
Er groeien uit de stuifmeelkorrels buisjes richting de zaadbeginsels. Via die stuifmeelbuis raakt de zaadcelkern tot bij de eicel. De zaadcel versmelt met de eicel en vormt een bevruchte cel. Dat is ...
timer
1:00
A
bestuiving
B
bevruchting
Slide 16 - Quiz
Bestuiving is het versmelten van zaadcel en eicel
timer
1:00
A
waar
B
niet waar
Slide 17 - Quiz
Bestuiving vindt plaats door ...
timer
1:00
A
insecten en wind
B
insecten
C
wind
D
regen
Slide 18 - Quiz
Welke soorten bestuiving bestaan er?
timer
1:00
A
kruisbestuiving en zelfbestuiving
B
kruisbestuiving en buurbestuiving
C
kruisbestuiving en zelfbestuiving en buurbestuiving
D
zelfbestuiving en buurbestuiving
Slide 19 - Quiz
Zelfbestuiving: stuifmeel bloem op eigen stamper
(LLN tikken met handen op eigen hoofd)
Buurbestuiving: stuifmeel komt terecht op de stamper van een andere bloem (zelfde plant)
(LLN staan in duo en tikken op elkaars hoofd-
Kruisbestuiving: stuifmeel komt terecht op de stamper van een andere bloem (andere plant, maar zelfde soort)
(LK gaat rond als bij van ene leerling naar de andere en tikt op het hoofd.
Slide 20 - Slide
Stekken is een vorm van ...
timer
1:00
A
geslachtelijke voortplanting
B
ongeslachtelijke voortplanting
Slide 21 - Quiz
Het vruchtbeginsel groeit uit tot een vrucht voor de bevruchting