What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Vragen en ontkennende vragen
Vragen en ontkenningen
1 / 24
next
Slide 1:
Slide
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
This lesson contains
24 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
40 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Vragen en ontkenningen
Slide 1 - Slide
timer
1:00
How do you start a question?
Slide 2 - Mind map
timer
1:00
How do you make a sentence negative?
Slide 3 - Mind map
https:
Slide 4 - Link
Grammar
Read page 15 of your textbook
By yourself
Raise your hand if you have a question
Slide 5 - Slide
Learning goals
You will know how to form questions
You will know how to use the auxiliary verbs to form questions
You will know how to form negative questions
You will know how to use the Stones
Slide 6 - Slide
Write down all the auxiliary verbs (hulpwerkwoorden) you know.
Slide 7 - Open question
Schrijf bij elke zin een passende vraag.
Staat er een + , dan maak je een gewone vraag
Staat er een - , dan maak je een ontkennende vraag
Slide 8 - Slide
Example:
I want to go to the cinema.
+ Do I want to go to the cinema?
- Don't I want to go to the cinema?
Slide 9 - Slide
We could ask her to join us.
+
Slide 10 - Open question
He likes this band.
+
Slide 11 - Open question
She told us to get the tickets.
-
Slide 12 - Open question
I have seen this film before.
-
Slide 13 - Open question
They really love that actor.
+
Slide 14 - Open question
Dad gave us some money to buy the tickets
-
Slide 15 - Open question
Stone
Zo vraag je naar en geef je meer bijzonderheden.
Let's practise:
Slide 16 - Slide
Waarom denk je dat deze film zo succesvol is?
Why do you think
Why you think
this film
the film
is such a succes?
is so good?
Slide 17 - Drag question
Vind je deze komiek niet ontzettend grappig?
Slide 18 - Open question
De show is zo populair, omdat de acteurs geweldige optredens geven.
Slide 19 - Open question
Ja, ze deed een paar geweldige imitaties van beroemdheden.
Slide 20 - Open question
Vragende zinnen?
Who, what, where, when, why, how and which.
* Staan aan het begin van de vraag.
To be, has/have got en hulpwerkwoorden zet je vooraan de zin.
Anders gebruik je do, does of did (als er geen hulpwerkwoord in de zin staat)
Slide 21 - Slide
Ontkennende vragen
Vragen worden ontkennend door:
Not achter de vorm van
to b
e
,
have got
of een
hulpwerkwoord
te zetten.'
Je gebruikt ontkennende vragen om
bevestiging
, of om
ergernis
of
ongeloof
uit te drukken.
Slide 22 - Slide
STONES
+ Leer ze letterlijk
+ Pas ze toe
Slide 23 - Slide
Homework
Do:
Stone: Exercise 24 (page 18 workbook)
Use page 14 textbook
Grammar: Ex 25 (page 19/20 workbook)
Ex 27 (page 21 workbook)
Use page 15 textbook
Study:
Page 14, 15 + 18
Slide 24 - Slide
More lessons like this
Present Simple Q & N
June 2022
- Lesson with
38 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
1VE Some/Any + Plurals
June 2022
- Lesson with
25 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1
H3B week 5: Questions and negations, test yourself, practise.
October 2021
- Lesson with
24 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Week 2: Passive (8B)
August 2022
- Lesson with
16 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Theme 1: vragen en watching 25-28, test yourself
October 2021
- Lesson with
18 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
5-10-21 2.4 week 1.4 lesson 1
October 2021
- Lesson with
12 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Questions and negations
September 2022
- Lesson with
14 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
H3 questions and negations
October 2024
- Lesson with
14 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 3