§2.2 Het Romeinse Rijk

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo t, havo
• Leerjaar 1

Wat gaan we doen vandaag? 

- Welkom 

- Start §2.2 Het Romeinse Rijk

- Welkom bij de Romeinen

- Nakijken huiswerk

- Aan de slag! 

- Afsluiting

Planning

Datum:

Lesstof:

Herhalinggg

Leerdoelen

1. Je kunt drie kenmerken noemen van het leven in Griekse stadstaten.

2. Je kunt uitleggen hoe en door wie de Griekse stadstaat Athene werd bestuurd. 

3. Je kunt uitleggen welke rol godenverhalen en wetenschap hadden in de Griekse cultuur. 

Het Romeinse Rijk

Paragraaf 2.2

Italië veroverd 

Uitbreiding van het rijk

Galië veroverd en een deel van Noord-Afrika

Het Romeinse rijk in 3 continenten

Wereldrijk

• Een wereldrijk is een groot rijk in meerdere werelddelen


• De veroverde gebieden moesten belasting betalen aan de Romeinse overheid (regering)
• -> Het Romeinse Rijk

'Romeinse' leger 

Het Romeinse leger 

Romeinse leger

Romeinse soldaat

Het Romeinse leger

Het Romeinse leger

• Sterk en machtig
• Schildpadformatie
• Uitbreiding

Je kunt twee redenen noemen waarom de Romeinen zolang de baas konden blijven in hun rijk. 

1. Romeinen richtten een beroepsleger op. 
2.  Overwonnen volkeren werden bondgenoot: romeinen gingen samenwerken met de ze volkeren.

De bondgenoten van Rome.

• Vaak kozen de stammen/rijken voor een bondgenootschap met Rome. 
• Ze kregen bescherming van Rome en konden gaan werken in het Romeinse leger.
• Na 25-30 jaar dienst in het Romeinse leger kreeg je als bondgenoot Romeins burgerschap. 

Bondgenoten:

• Bondgenoten waren volken die de Romeinen veroverd hadden;
• Zij werkte samen met de Romeinen;
• Hielden eigen bestuur.

2. Bondgenoten:

• Zij betaalden belasting;
• En leverde soldaten aan de Romeinen.

De Germanen

• Germaanse volken werden bondgenoten van de Romeinen. 
• De Bataven werden bondgenoten en handelden met de Romeinen.

Romeinen en Germanen

Romeinen en Germanen

Begin gemaakt met de aanleg van de limes, een verdedigingslinie langs de grenzen van het Romeinse Rijk. 

Germanen

Met de Germanen worden volkeren en stammen bedoeld, die een Germaanse taal spraken. 

Een Germaan was een spreker van een Germaanse taal.

Germanen woonden in Scandinavië en op de Noord-Europese Laagvlakte.

De Romeinen

• Germania Inferior

• Limes

• Forten
• Germanen

• Romeinen

In Nederland

Bataafse opstand
(69 N.Chr.)

Aan de slag!

Maak van paragraaf 2 vraag 10 

(blz. 87)