pH, pOH en molariteit les 2

zuren, basen pH (en pOH)
uitleg en opgaven bij pH sommetjes
gebruik je rekenmachine met log-functie
1 / 25
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

zuren, basen pH (en pOH)
uitleg en opgaven bij pH sommetjes
gebruik je rekenmachine met log-functie

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

een zuur is een deeltje dat ...
A
H+ opneemt
B
H+ wordt
C
H+ afstaat
D
OH- opneemt

Slide 3 - Quiz

een base reageert met een zuur door...
A
OH- te worden
B
OH- op te nemen
C
H2O te worden
D
H+ op te nemen

Slide 4 - Quiz

de pH...
A
is hoog in een zure oplossing
B
is hoog in een basische oplossing
C
is <7 in een zure oplossing
D
is >7 bij een zure oplossing

Slide 5 - Quiz


Als een zuur oplost in water, dan ontstaat... (geef het beste antwoord)
A
onder andere H+
B
H+ en een zuurrest-ion
C
onder andere OH-
D
OH- en een zuurrest-ion

Slide 6 - Quiz

de pH geeft op een wiskundige manier aan...
A
wat de concentratie zuur is in mol/L
B
wat de concentratie base is in mol/L
C
wat de concentratie OH- is in mol/L
D
wat de concentratie H+ is in mol/L

Slide 7 - Quiz

Je hebt een oplossing met een pH van 4,4. Je verdunt de oplossing 10 keer. De pH wordt hierdoor...
A
lager
B
hoger
C
zuurder
D
zwakker

Slide 8 - Quiz

verdunnen van een zure oplossing
Als je een zure oplossing verdunt, 
wordt de oplossing MINDER zuur. 
De pH zal hierdoor neutraler worden, dus meer richting de 7. 
De pH wordt dus hoger.

Slide 9 - Slide

een oplossing met een [H+] van 0,024 M heeft een pH van...
A
1,62
B
-1,62
C
1,6
D
-1,6

Slide 10 - Quiz

een oplossing met een pH van 4,56 heeft een [H+] concentratie van ...
hint
weet je de pH? Dan kun je met "H3O+ = 10^-pH" de H3O+ concentratie in mol/L uitrekenen.
A
2.75104
B
3,63104
C
2,75105
D
3,63103

Slide 11 - Quiz

de pH van een oplossing is 9,2. Deze oplossing is zuur, omdat...
A
fout, hij is basisch!
B
Het veel H+ bevat
C
Er weinig base inzit
D
Hij behoorlijk sterk is

Slide 12 - Quiz

pH + pOH = 14
de pH zegt iets over de H3O+ concentratie
de pOH zegt iets over de OH- concentratie
Bij pH = 7 is de pOH ook 7! Samen zijn ze altijd 14.

Slide 13 - Slide

wat kun waarmee je berekenen?
zure oplossing, pH<7
basische oplossing, pH>7
bevat H+
bevat OH-
pH = - log [H+]
pOH = - log [OH-]
[H3O+] = 10-pH
[OH-] = 10-pOH
pH + pOH = 14
tip
weet je de concentratie H3O+ in mol/L? Dan kun je de pH berekenen
want pH = -log [H3O+]
tip
weet je de pH? Dan kun je de concentratie H3O+ in mol/L berekenen
want 10^-pH = [H3O+]
tip
weet je de concentratie OH- in mol/L? Dan kun je de pOH berekenen
want pOH = -log [OH-]
tip
weet je de pOH? Dan kun je de concentratie OH- in mol/L berekenen
want 10^-pOH = [OH-]
handig!
je kunt via de pH en de pOH altijd schakelen tussen de gegevens van een zure en een basische oplossing. Omdat pH + pOH = 14.
Dus weet je de OH-? dan kun je via de OH- --> pOH --> pH de pH berekenen.

Slide 14 - Slide

bijvoorbeeld
een oplossing bevat 0,10 mol/L OH-, wat is de pH?
  1. je hebt de [OH-] concentratie in mol/L
  2. Daarmee reken je de pOH uit (-log 0,10=1,00)
  3. je wil de pH weten
  4. reken de pH uit met 14-pOH = pH
Het antwoord is: 14,00 - 1,00 = 13,00

Slide 15 - Slide

opgaven
bij de volgende opgave moet je zelf rekenen, met kladpapier en een rekenmachine. Doe dat, anders heeft het geen zin. 
Als je maar wat gokt, leer je er niets van.

Slide 16 - Slide

In een oplossing van 250 mL zit 0,020 mol KOH. Wat is de pH?
A
pH = - log (0,020/0,250) = 1,10
B
pOH = - log (0,020/0,250) = 1,10
C
pOH=-log (0,020/0,250) = 1,10 pH = 14,00 - 1,10 = 12,90
D
geen van de antwoorden klopt

Slide 17 - Quiz

uitgelegd: In een oplossing van 250 mL zit 0,020 mol KOH. Wat is de pH?
KOH  is een zout en lost goed op:     KOH --> K+ + OH-
molverhouding is    1     :      1      :    1            
  • De KOH en dus ook de OH- concentratie  is 0.020 mol/0,250 L 
  • Omrekenen naar mol/L; dus [OH-] is 0,020/0,250 = 0,080 mol/L
  • Met OH- in mol/L kun je nu de pOH uitrekenen: 
  • pOH = - log (0,080) = 1,10 
  • Je wil echter de pH weten, en de pH = 14,00 - 1,10 = 12,90
Binas45A
In Binas45A staat de oplosbaarheid van veel zouten
ook de ladingen van veel ionen staan hier

Slide 18 - Slide


Wat is de pH van een oplossing 
met 5.2*10-3 mol/L opgelost Ba(OH)2 ?
A
pH = -log (5.2*10-3) = 2,28
B
pH = -log (2x5.2*10-3) = 1,98
C
pH =14 - 1,98 = 12,02
D
pH = 14 - 5,2 = 8,8

Slide 19 - Quiz

uitgelegd: Wat is de pH van een oplossing
met 5.2*10-3 mol/L opgelost Ba(OH)2 ?
Ba(OH)2  is een zout en lost goed op:     Ba(OH)2 --> Ba2+ + 2 OH-
molverhouding is                                          1          :           1      :     2
  • De Ba(OH)2 concentratie 5.2*10-3 mol/L 
  • Ba(OH)2 : OH- = 1:2 ; dus de [OH-]  is 2 x 5.2*10-3 mol/L = 10,4*10-3 M
  • Met OH- in mol/L kun je nu de pOH uitrekenen: 
  • pOH = - log (10,4*10-3) = 1,98 
  • Je wil echter de pH weten, en de pH = 14,00 - 1,98 = 12,02

Slide 20 - Slide


Je lost 0,0094 mol HNO3 op in 200 mL water. 
Er ontstaat NO3- en H+. Wat is de pH?
A
1,33
B
1,62
C
2,03
D
2,73

Slide 21 - Quiz

uitgelegd: Je lost 0,0094 mol HNO3 op in 200 mL water.
Er ontstaat NO3- en H+. Wat is de pH?
HNO3 is een sterk zuur en splitst alle H+ af:   HNO3 --> NO3- +H+
molverhouding is                                                     1     :           1      :     1      :     1
  • De HNO3 concentratie 0,0094 mol/200 mL, dit moet je omrekenen naar mol per 1 Liter, dus 0,0094/0,200 = 0,047 mol/L
  • HNO3 : H3O+= 1:1 ; dus de [H3O+]  is ook 0,047 mol/L
  • Met H3O+ in mol/L kun je nu de pH uitrekenen: 
  • pH = - log (0,047) = 1,33

Slide 22 - Slide

conclusies/tips
  • Is  de stof in de opgave een zuur of een base (binas 49)?
  • Staat de stof H+ af of neemt het H+ op (en hoeveel)?
  • Komt er H+ of OH- in de oplossing? (binas 49 of 45A)
  • Kun je nu [H+] of [OH-] uitrekenen? (Let op! altijd in mol/L)
  • Kun je de pH of de pOH uitrekenen?
  • Is de pH of pOH gegeven? Dan kun je [H+] of [OH-] uitrekenen.
  • Wat was gevraagd? Kun je dat berekenen via pH + pOH = 14?

Slide 23 - Slide

feedback: deze opgaven hebben me ...
A
helemaal niet geholpen
B
een beetje geholpen
C
heel goed geholpen
D
ik had ze niet nodig, snap het al prima

Slide 24 - Quiz

heb je nog tips of vragen?

Slide 25 - Open question