What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
5H - Les 6 _ H8.2 - pH van basen
Zuren en Basen
§8.2 - pH van Basen
1 / 27
next
Slide 1:
Slide
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
This lesson contains
27 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Zuren en Basen
§8.2 - pH van Basen
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Na deze les kan ik...:
de pH van sterke basen uitrekenen
de [OH
-
] berekenen van sterke basen, wanneer de pH gegeven is
Slide 2 - Slide
Een base is een deeltje dat:
A
een H+ opneemt
B
dat een H+ afstaat
Slide 3 - Quiz
Een basische oplossing bevat:
A
H
2
B
O
H
C
waterstof-ionen
D
hydroxide-ionen
Slide 4 - Quiz
Een basische oplossing heeft een pH van:
A
0
B
7
C
lager dan 7
D
hoger dan 7
Slide 5 - Quiz
De formule van een oxide-ion is ...
A
O
H
−
B
C
O
3
2
−
C
O
2
−
D
H
C
O
3
−
Slide 6 - Quiz
Welke van de onderstaande deeltjes is/zijn sterke basen?
A
O
H
−
B
C
O
3
2
−
C
O
2
−
D
H
C
O
3
−
Slide 7 - Quiz
pH + pOH = 14
de pH zegt iets over de H
+
concentratie
de pOH zegt iets over de OH
-
concentratie
Bij pH = 7 is de pOH ook 7! Samen zijn ze altijd 14.
Slide 8 - Slide
pH berekenen van basen
Het verband tussen pH en pOH is: pH+pOH=14
De pOH van een oplosing bereken je met pOH= -log[OH
-
]
Bij gegeven pOH bereken je de [OH
-
] met [OH
-
]=
1
0
−
p
O
H
Slide 9 - Slide
Voorbeeld
een oplossing bevat 0,10 mol/L OH
-
, wat is de pH?
Je hebt de [OH
-
] concentratie in mol/L
Daarmee reken je de pOH uit: pOH = -log (0,10) = 1,00
Je wil de pH weten: pH =
14 - pOH => 14 - 1,00 = 13
(Let op, aantal significante cijfers concentratie = aantal decimalen pH)
Antwoord in juiste significantie = 13,00
Slide 10 - Slide
In een oplossing van 250 mL zit 0,020 mol KOH. Wat is de pH?
KOH is een zout en lost goed op: KOH --> K
+
+ OH
-
-> molverhouding is 1 : 1 : 1
De KOH en dus ook de OH
-
concentratie is 0,020 mol/0,250 L
Omrekenen naar mol/L; dus [OH
-
] is 0,020/0,250 = 0,080 mol/L
Met OH
-
in mol/L kun je nu de pOH uitrekenen:
pOH = - log (0,080) = 1,10
Je wil echter de pH weten, en de pH = 14,00 - 1,10 = 12,90
Binas45A
In Binas45A staat de oplosbaarheid van veel zouten
ook de ladingen van veel ionen staan hier
Slide 11 - Slide
Wat is de pH van een oplossing
met 5.2*10
-3
mol/L opgelost Ba(OH)
2
?
Ba(OH)
2
is een zout en lost goed op: Ba(OH)
2
--> Ba
2+
+ 2 OH
-
molverhouding is 1 : 1 : 2
De Ba(OH)
2
concentratie 5.2*10
-3
mol/L
Ba(OH)
2
: OH
-
= 1:2 ; dus de [OH
-
] is 2 x 5.2*10
-3
mol/L = 10,4*10
-3
M
Met OH
-
in mol/L kun je nu de pOH uitrekenen:
pOH = - log (10,4*10
-3
) = 1,98
Je wil echter de pH weten, en de pH = 14,00 - 1,98 = 12,02
Slide 12 - Slide
Een 1M natriumhydroxide oplossing (natronloog) heeft een ...... pH als/dan een 1M kaliumhydroxide oplossing?
A
hogere
B
lagere
C
zelfde
Slide 13 - Quiz
Beide zijn sterke eenwaardige basen dus evenveel (hydroxide) OH
-
- ionen
Slide 14 - Slide
1M natronloog heeft een ........pH als/dan 1M barietwater.
A
hogere
B
lagere
C
zelfde
Slide 15 - Quiz
Uitleg
1M Natronloog maak je door 1 mol Na(OH) in water op te lossen.
NaOH --> Na
+
+ OH
-
1M Barietwater maak je door 1 mol Ba(OH)
2
in water op te lossen.
Ba(OH)
2
--> Ba2
+
+ 2OH
-
Er zit dus 2x zoveel hydroxide ionen in het bariet water van dezelfde concentratie. Dus het is basischer. Dus de pH is hoger.
Slide 16 - Slide
A
a = 4, b= 4, c = 3
B
a = 2, b = 2, c = 2
C
a = 2, b = 1, c = 2
D
a = 2, b = 3, c = 1
Slide 17 - Quiz
Aan de slag
Doorlezen §8.2
Maken:
* §8.2 => opdr. 15, 16, 18, 19, 20
Eerste 5 minuten in
stilte
Daarna
fluisterend
overleggen met buur, muziek met oortjes mag
Vraag? Steek je hand op.
timer
5:00
Slide 18 - Slide
Voorbeeld 1
Slide 19 - Slide
Voorbeeld 2
Slide 20 - Slide
A
1,82
B
12,18
C
7,015
D
1,8
Slide 21 - Quiz
Uitleg
1 mol KOH levert 1 mol OH
−
→ [OH
−
] = 0,015 M
pOH = −log [OH
−
] = −log 0,015 = 1,82
pH = 14,00 − 1,82 = 12,18 (2 cijfers achter komma)
Slide 22 - Slide
Bereken de pH van 0,0045 molair barietwater (bariumhydroxide‑oplossing).
A
2,05
B
1,02
C
14
D
11,95
Slide 23 - Quiz
Uitleg
1 mol Ba(OH)
2
levert 2 mol OH
−
→ [OH
−
] = 2 × 0,0045 M = 0,0090 M
pOH = −log [OH
−
] = −log 0,0090 = 2,05 → pH = 14,00 − 2,05 = 11,95
Slide 24 - Slide
Bereken de [OH
-
] als je de pH weet.
[OH
-
] = 10
-pOH
Als je de pH weet doe je eerst: 14 - pH = pOH
En dan 10
-pOH
Slide 25 - Slide
Voorbeeld 3
Slide 26 - Slide
Voorbeeld 4
Slide 27 - Slide
More lessons like this
5H - Les 6 _ H8.2 - pH van basen
November 2023
- Lesson with
30 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
8.2 pH berekenen van basen
July 2024
- Lesson with
22 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
8.2 pOH
September 2021
- Lesson with
32 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 5
8.2 pH berekenen van basen
November 2022
- Lesson with
19 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
8.2 pH berekenen van basen
July 2023
- Lesson with
19 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
8.1 en 8.2 deel 1
September 2024
- Lesson with
19 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
Paragraaf 8.2 pH berekenen van basen
June 2022
- Lesson with
14 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
HAVO-5 pH berekeningen
October 2022
- Lesson with
23 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 5