19.1 bouw van pezen en spieren 6V 2324

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
19.1 Bouw van pezen en spieren
1 / 32
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
19.1 Bouw van pezen en spieren

Slide 1 - Slide

Welke spieren vind je niet in je organen?
A
Kringspieren
B
Lengtespieren
C
Willekeurige spieren
D
Onwillekeurige spieren

Slide 2 - Quiz

Spier pees
Spier
Spiervezel
Spierbundel

Slide 3 - Drag question

Welke spieren zijn elkaars antagonisten?
Spier 1 en spier

Spier 2 en spier
3
4

Slide 4 - Drag question

Hoe heet de taaie, stevige onderdelen die spieren met een botten verbinden?
A
Spierbundels
B
Platte spieren
C
Holle spieren
D
Pezen

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Video

Bouw van 
gewrichten

Botten/ Spieren
Pezen- verbinding bot en spier
Banden- verbinding bot en bot

Slide 7 - Slide

Een pees bestaat uit:
A
Botweefsel
B
Spierweefsel
C
Bindweefsel
D
Kraakbeenweefsel

Slide 8 - Quiz

Wat is de functie van een pees?
A
Beschermt de spier tegen beschadiging
B
Zorgt dat de spier niet uit elkaar valt
C
Aanspannen en ontspannen van de spier
D
Houd de spier aan het bot vast

Slide 9 - Quiz

Bouw van pezen
Pezen bestaan voornamelijk uit bindweefselcellen (fibroblasten) omgeven door veel tussencelstof: collageen (gemaakt door die bindweefselcellen).
Pezen kunnen een klein beetje uitrekken.

Pezen zijn nauwelijks doorbloedt.
 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Fibroblasten - gap junctions
Om toch ‘informatie’ te kunnen uitwisselen (in de vorm van ionen/ secundaire boodschappers) staan deze cellen met eiwitkanalen – gap junctions – met elkaar in contact.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Bindweefsel/ tussencelstof
collageen, elastine, reticuline, hyaluronzuur
collageen, lijmstof
collageen, kalk
nauwelijks
tussencelstof

Slide 15 - Slide

Achillespees
  • De achillespees is de grootste pees in ons lichaam.
  • Tijdens het (hard)lopen spannen spieren zich samen en ontspannen. Bijvoorbeeld de kuitspier.
  • De achillespees wordt tijdens het lopen opgerekt en weer verkort.

Slide 16 - Slide

Achillespees
1                                      2                                   3




1. De voet komt op de grond, de achillespees wordt een beetje in elkaar gedrukt (lichaamsgewicht)

Slide 17 - Slide

Achillespees
1                                      2                                   3




2. De kuitspier trekt samen, de achillespees wordt opgerekt

Slide 18 - Slide

Achillespees
1                                      2                                   3




3. Bij de afzet verkort de achillespees en komt energie vrij (veerenergie)

Slide 19 - Slide

Soorten spieren
Skeletspieren

Gladde spieren

Hartspieren

Slide 20 - Slide

Bouw skeletspieren
Spiervezel is opgebouwd uit samengesmolten spiercellen. Deze cellen hebben meerdere kernen.

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Skeletspieren (dwarsgespreept)

Slide 23 - Slide

Gladde spieren
Enkelvoudige, niet vergroeide cellen. Zit rond inwendige organen zoals darmen, blaas, bloedvaten, baarmoeder. Combinatie van kringspieren en lengtespieren (antagonisten).
Kunnen niet bewust worden aangestuurd.
 

Slide 24 - Slide

Gladde spieren

Slide 25 - Slide

Hartspieren
Dwarsgestreept spierweefsel met vertakkingen. Via Gap-junctions verbonden waardoor gecoördineerde samentrekking kan plaatsvinden.
Kunnen niet bewust worden aangestuurd.

Slide 26 - Slide

Hartspieren

Slide 27 - Slide

gecoördineerd samentrekken

Slide 28 - Slide

Tot welk soort spiervezel hoort de skeletspier
A
gladde spiervezel
B
dwarsgestreepte spiervezel
C
hartspiervezel

Slide 29 - Quiz

Wat geven de
cijfers aan?
A
1-Dwarsgestreept 2-Hartspier 3-Gladde spieren
B
1-Hartspier 2-Gladde spieren 3-Dwarsgestreept
C
1-Gladde spieren 2-Dwarsgestreept 3-Hartspier
D
1-Hartspier 2-Dwarsgestreept 3-Gladde spieren

Slide 30 - Quiz

De spieren in je dunne darm bestaan uit
A
Glad spierweefsel
B
Dwarsgestreept spierweefsel
C
Hartspierweefsel

Slide 31 - Quiz

Zet de volgende woorden in de juiste volgorde van klein naar groot:
filament - spier - spierbundel - spierfibril - spiervezel

Slide 32 - Open question