- het verschil tussen natuurlijke en synthetische stoffen zijn
- wat voedingsgewoonten zijn
Slide 2 - Slide
Biologisch
Bij de productie van biologisch voedsel wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met milieu en dierenwelzijn.
Zo worden mestoverschotten voorkomen en krijgen dieren meer ruimte dan in de gangbare veeteelt en landbouw.
Biologische producten zijn herkenbaar aan de keurmerken: EKO, Europees Biologisch en Demeter
Slide 3 - Slide
Keurmerken
- Stelt eisen aan het milieu, dierenwelzijn of mens/werk
- Is biologisch wel echt biologisch??
Slide 4 - Slide
Plofkip
wist je dat:
-met 18 tot 20 kuikens op één vierkante meter leeft;
- al na 41 dagen wordt geslacht ( 6 weken vs biologische kip 12 weken;
- dan al ruim twee kilo weegt;
-nooit naar buiten mag;
- in 15-20 procent van de gevallen kreupel is door voetzweren, brandhakken en/of gewrichtspijn;gemiddeld anderhalve dagdosering antibiotica krijgt in haar korte leven.
Door gebruik te maken van techniek en wetenschap kunnen mensen eigenschappen van planten, bacteriën of gisten veranderden.
Dit noem je genetische modificatie (GM). Modificatie betekent: aanpassing.
De genetische eigenschappen van het product worden dus aangepast. Positieve eigenschappen van het ene product wordt dan toegevoegd aan een ander productie
Je kunt op het etiket van een product lezen wanneer er genetisch gemodificeerde stoffen in het voedsel zitten. Op het etiket mag alleen ‘bereid zonder gentechniek’ staan als het product geen enkel genetisch gemodificeerd ingrediënt bevat.
Voordelen van genetisch gemodificeerde gewassen zijn dat gewassen sterker worden en beter bestand zijn tegen droogte en ziekten.
Slide 7 - Slide
E-nummers
E-nummers zijn stoffen die toegevoegd worden aan een voedingsmiddel.
Een moeilijk woord voor toevoegingen is additieven.
Dit kunnen kleurstoffen, smaakverbeteraars en conserveermiddelen zijn.
Deze stoffen worden toegevoegd om een voedingsmiddel aantrekkelijker te maken. Een product krijgt dan bijvoorbeeld een mooiere kleur, of het maakt het product langer houdbaar. Bijvoorbeeld kleurige snoepjes of jam.
Een additief heeft altijd één of meerder functies. Om een voedingsmiddel aantrekkelijker te maken.
Slide 8 - Slide
E nummers
Natuurlijke stoffen= uit de natuur
synthetische stoffen= gemaakt in een laboratorium
Slide 9 - Slide
E - NUMMERS
Slide 10 - Slide
Soorten additieven (toevoegingen)
Kleurstoffen
Conserveermiddelen
Antioxidanten
Emulgatoren
Stabilisatoren
Verdikkingsmiddelen
Geleermiddelen
Zuurteregelaars
Antiklontermiddel
Rijsmiddel
Smaakversterkers
Zoetstoffen
Verpakkingsgassen
zie theorie in je boek blz 236/237
Slide 11 - Slide
Voedingsgewoonten
Is wat je gewend bent te eten en hoe je gewend bent dat te eten.
Het geloof (religie) is hier heel belangrijk bij.
Ook het klimaat speelt een rol.
Slide 12 - Slide
Voedingsgewoonten=
Religie
Cultuur
Gezondheid
Geslacht
Persoonlijke smaak
Wat je gewend bent te eten en hoe je eet
Slide 13 - Slide
Vegetarisme
Vegetarier Eet geen vlees of vis
Veganist Gebruikt géén dierlijke producten zoals
honing, melk, kaas, vlees of vis
Slide 14 - Slide
Lactosevrije voeding
- In melkproducten
- Verwerkt in: saus, chips, brood en koek
- Lactoseintolerant: darmklachten + buikpijn
- Als er melk of lactose in een product zit moet dit op het etiket vermeld staan.
Slide 15 - Slide
Glutenvrije voeding
Glutenintolerantie / Coeliakie
- In bepaalde granen -> Tarwe. (voedingsvezels, ijzer, vitamineB1, foliumzuur en in brood -> Jodium)
- Reactie waardoor het slijmvlies van de darm beschadigd raakt.
- Diarree, buikpijn, vermoeidheid en gewichtsverlies.
- Moet op het etiket vermeld staan.
Slide 16 - Slide
Huiswerk
- Maak de quiz op LessonUp ( week 17)
- Gebruik de LessonUp gebruikersnaam en wachtwoord om in te loggen