stellende trap: Het woord blijft hetzelfde -> klein, schön (klein, mooi)
vergrotende trap: Er komt er achter het woord (net als in het NL)
kleiner, schöner (kleiner, mooier)
Bij deze trap is het woordje dan belangrijk. In het Duits: als
hij is kleiner dan ik = er ist kleiner als ich.
overtreffende trap: Er komt am voor en sten achter
am kleinsten, am schönsten (het kleinst, het mooist)