7.3 Democratische Revoluties: Frankrijk

De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap


Tijd van Pruiken en Revoluties
1700-1800
1 / 17
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap


Tijd van Pruiken en Revoluties
1700-1800

Slide 1 - Slide

Programma 
1. Terugblikvragen (10 min) 
2. Uitleg (10 min.)
3. Zelf aan de slag: invuloefening (rest van de les)

Slide 2 - Slide

Lesdoelen 
  • Je kent de staatstructuur van Frankrijk voor de Franse Revolutie 
  • Je kent de oorzaken van de Franse Revolutie 
  • Je kunt uitleggen waarom de Franse Revolutie uiteindelijk eindigde in een periode van Terreur.  

Slide 3 - Slide

Vragen?

Slide 4 - Slide

Keuzemenu 
Keuze 1: Doe mee met de reguliere les. Volg de instructies van de docent

Keuze 2: Ga zelfstandig aan de slag. Doe het volgende: 
  • Lees 7.3 goed door 
  • Neem de lessonup 7.3 Democratische Revoluties: Frankrijk goed door en maak de vragen 
  • Maak de opdracht 7.3 in Teams
Maak een keuze! Niets doen is geen optie!

Slide 5 - Slide

Wat is de verlichting?
A
De uitvinding van de elektriciteit
B
Het toepassen van een wetenschappelijke manier van denken in de natuurwetenschappen
C
Ideeën die dankzij rationeel redeneren ontstonden en die tot doel hadden een betere samenleving te creëren
D
Een regeerwijze waarbij de vorst, de absolute macht in handen heeft, maar probeert om zonder inspraak van het volk hervormingen door te voeren

Slide 6 - Quiz

Wat is verlicht absolutisme
A
Een regeerwijze waarbij de vorst, de absolute macht in handen heeft, maar probeert om zonder inspraak van het volk hervormingen door te voeren
B
Het systeem dat Frederik en Catherina de Grote in Pruisen en Rusland invoerden en dat Frankrijk juist niet wilde invoeren.
C
Ideeën die dankzij rationeel redeneren ontstonden en die tot doel hadden een betere samenleving te creëren
D
Het vertrouwen dat de samenleving beter en eerlijker kan worden door het gebruik van ratio

Slide 7 - Quiz

Hoe reageerde het Ancien Regime in Frankrijk op de verlichting
A
Het voerde ideeën van de verlichting door in de macht
B
Het hield vast aan het absolutisme en sloot zelfs verlichte denkers op.
C
Het deed helemaal niets
D
Het voerde een democratie in.

Slide 8 - Quiz

Horen de uitspraken van absolute vorsten of verlichte denkers?
Absolute vorsten
Verlichte denkers
Als bestuurders slecht besturen, moeten ze vervangen worden
Elke staat moet een grondwet hebben
De macht moet verdeeld zijn tussen de regering, het parlement en de rechters
Een koning hoeft zijn besluiten niet uit te leggen
Iedereen moet zich aan de wet houden
Mensen hebben mensenrechten
Koningen hebben hun macht van het volk gekregen
Koningen hebben hun macht van God gekregen

Slide 9 - Drag question

6: Verlichting en revoluties (1650 - 1848)
  • Kenmerkende aspecten:
  • Rationeel optimisme en 'verlicht denken' dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen.
  • Voortbestaan van 'ancien régime' met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse, verlichte wijze vorm geven (verlicht absolutisme)
  • De democratische revoluties in westerse landen als gevolg van discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap: 
Drie Democratische Revoluties: 
  1. Frankrijk 
  2. Nederland 
  3. Amerika 

Slide 10 - Slide

Franse Revolutie (1789)
  • directe aanleiding: Door enorme bestedingen Lodewijk XVI: dreigend bankroet Franse staat > Lodewijk XVI roept de Staten-Generaal bijeen
  • Staten-Generaal drie standen:  
1. geestelijkheid  (1 stem)
2. adel  (1 stem)
3. burgerij: rijke Burgers + andere burgers en boeren (1 stem)

Slide 11 - Slide

Oorzaken problemen:
Ontevredenheid derde stand over:
  • misoogsten
  • hoge belastingen
  • privileges 1e en 2e stand
  • absolutisme

Slide 12 - Slide

2. Kritiek op de ordening in de samenleving
Derde stand voelde zich ondersteund door de verlichting: 
  • Verlichte denkers tegen de standenmaatschappij ipv erfelijke rechten en religieuze ideeën: natuurrechten o. Recht op vrijheid, leven en bezit
  • 'Droit Divin' werd verworpen:
  • John Locke (1632-1704): sprake van een 'sociaal contract' en volk het 'recht op verzet'
  • Rousseau(1712-1778): idee van 'permanente volkssoevereiniteit':
  • Montesquieu: Macht moet worden verdeeld

Slide 13 - Slide

Escalatie situatie: deel 1
  • Standenvergadering mislukte > Kosten komen te liggen bij derde stand. 
  • Derde stand: richt eigen vergadering op:                                                                                                            'Eed op de Kaatsbaan' > Eigen grondwet, met meer gelijkheid voor bevolking. 
  • Onrust escaleert door slechte oogsten:                                                                                                        Bastille bestormd door burgers Parijs. 






Slide 14 - Slide

Escalatie situatie: deel 2
  • Vorst geeft toe: 
1. Erkennning van Nationale vergadering 
2. Erkenning: Verklaring van de Rechten van de Mens en de Burger' > einde standenmaatschappij en absolutisme
  • Frankrijk is een constitutionele monarchie: Grondwet heeft het hoogste gezag, maar koning blijft. 
  • parlement de meest macht: bestaat uit gematigde (girondijnen) en radicale revolutionaire (Jacobijnen) 






Slide 15 - Slide

Radicale fase
  • Jacobijnen blijven koning wantrouwen en onthoofden hem. 
  • Nemen de macht over olv Robespierre 
  • Terreur: vele executie via Guillotine 
  • Schrikbewind tot 1794 >  Beëindigd door burgers Parijs 
  • Via veroveringen in Europa worden Revolutionaire ideeën verspreid. 

Slide 16 - Slide

Rest van de les
  1. Ga naar Teams 
  2. Open het document 'invuloefening 7.3' 
  3. Gebruik HC 2.2 om dit schema in te vullen 
  4. Niet alle info over de Franse Revolutie is te vinden in het boek. Gebruik in dat geval bijv. de wiki over de Franse Revolutie 
  5. Klaar? Ga verder met de voorbereiding op 7.3  
Lezen: Par. 7.3 (Blz. 150 t/m 153)
Maken: Par. 7.3, vr. 1, 2, 4 en 5 (blz. 153)

Slide 17 - Slide