SMART SLB 26-3 AVP23

SMART
1 / 16
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

SMART

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

SMART staat voor?

Slide 3 - Open question

Bevat een SMART doel een eindtijd?
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quiz

Op 1 december 2021 weeg ik 65 kilo
A
Wel SMART geformuleerd
B
Niet SMART geformuleerd

Slide 5 - Quiz

Ik wil dat mevr. Jansen tijdens het ontbijt voldoende eet.
A
Wel SMART geformuleerd
B
Niet SMART geformuleerd

Slide 6 - Quiz

Doelen zijn SMART geformuleerd. Waar zijn de doelen op gericht?

A
Proces
B
Actie
C
Bepaald resultaat
D
Inspanning

Slide 7 - Quiz

Waarom moeten doelen SMART geformuleerd worden?
A
Dat is slimmer
B
Om te checken of ze behaald zijn
C
Het staat mooier
D
Om tussentijds te checken of je de goede dingen doet

Slide 8 - Quiz

SMART wordt gebruikt voor:
A
Het schrijven van een ondersteuningsplan
B
Controleren of je je dagtaken op werk hebt uitgevoerd
C
Het formuleren van doelen

Slide 9 - Quiz

Maak de doelen SMART
Geef aan op welke manier ze wel SMART of juist niet SMART zijn

Slide 10 - Slide

Volgend jaar wil Mw Janssen de Marathon gaan lopen

Slide 11 - Open question

Is dit Smart?
Over 2 maanden ben ik in staat om 
SMART doelen te maken volgens de richtlijnen en gebruik ik deze in mijn leerplanverslagen

Slide 12 - Slide

Waarom moeten doelen SMART geformuleerd worden?


  • Je weet wat je moet doen/ gericht te werk
  • Je vergroot daarmee de kans dat je het doel behaald 
  • Je kan controleren of je het doel hebt behaald 
  • Zelfvertrouwen op te bouwen (ik kan het!)

Slide 13 - Slide

Maak de volgende vraag SMART:
Client Jansen van Leekerweide, afdeling de Wentel 5B wil graag meer contacten leggen met mede clienten de aankomende tijd. Ze houdt erg van zingen en van bingo doen. Welk doel zou je formuleren?

Slide 14 - Slide

Oefenen in tweetallen
1 persoon schetst een casus uit de eigen praktijk 
1 persoon maakt een smart doel voor deze persoon
Daarna draaien jullie het om

Slide 15 - Slide

Vragen?

Slide 16 - Slide