Module dagbesteding: Motiveren en activeren

Module Dagbesteding
Les: Motiveren en activeren
1 / 18
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Module Dagbesteding
Les: Motiveren en activeren

Slide 1 - Slide

Begeleidingsmethodieken 

Slide 2 - Slide

Programma 

  • Theorie -  Begeleidingsmethodieken begeleidingstechnieken, motivatietechnieken 




Slide 3 - Slide

Doel van de les
Toepassingsdoelen: 

Je laat zien hoe je de cliënt doelbewust motiveert om moeilijkheden te overwinnen. 
Je laat zien hoe je de cliënt doelbewust motiveert om moeilijkheden te accepteren 
Communicatie: 
Je stemt je communicatie af op het niveau van de client 
Je laat zien hoe je cliënten kunt motiveren aan de slag te gaan met activiteiten  



Slide 4 - Slide

Dagbesteding
is een doelgerichte, zo veel mogelijk zingevende gestructureerde invulling van activiteiten om de tijd die je tot je beschikking hebt te besteden?




                                Theoretisch gedeelte

Slide 5 - Slide

Begeleidingsmethodiek en -techniek
  • Begeleidingsmethodiek
Geheel van op theorieën gebaseerde begeleidingsmethoden die worden gebruikt om een doel te bereiken. De methodiek bestaat uit handelingsrichtlijnen, praktische handvatten, etc.

  • Begeleidingstechniek
Kennis, vaardigheid en hulpmiddelen die je inzet in de begeleiding om een doel te bereiken


Slide 6 - Slide

Begeleidingsmethodieken

  • Het 8 fasenmodel
  • Empowerment
  • Systematisch werken
  • Motiverende gespreksvoering
  • Oplossingsgericht werken
  • Belevingsgerichte zorg
  • Muzisch agogisch werken

Welke begeleidingsmethodieken worden er binnen jullie organisatie gebruikt?
Let op: je dient dat te onderzoeken voor je verslag.

Slide 7 - Slide

Begeleidingsmethodieken
  • Validation (dementie, vergevorderd stadium)
  • ROB (dementie, vroeg stadium)
  • Vlaskamp (ernstig verstandelijk beperkt)
  • Active Support (licht en matig verstandelijk beperkt)
  • Triple C (gehandicaptenzorg, ASVZ)
  • Methode Urlings (ernstig verstandelijk beperkt)
  • Reminiscentie (dementie)
  • Gentle Teaching (dementie, gehandicaptenzorg)
  • EIM (licht en matig verstandelijk beperkt)
  • Totale Communicatie (ernstig meervoudig beperkt)
  • Herstelondersteunende zorg (psychiatrie)
  • Empowerment (psychiatrie, gehandicaptenzorg)
  • Rehabilitatie (psychiatrie)

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Begeleidingstechnieken
  • Motiveren
  • Stimuleren
  • Activeren

Technieken kunnen onderdeel zijn van een methodiek, zoals gedragsmodificatie:
  • Straffen
  • Belonen
  • Negeren


Slide 12 - Slide

Begeleidingstechnieken
Andere technieken zijn:
  • Structuur bieden
  • Nabijheid bieden
  • Time-out
  • Terughalen naar de werkelijkheid

Welke begeleidingstechnieken worden er binnen jullie organisatie gebruikt?
Let op: je dient dat te onderzoeken voor je verslag.

Slide 13 - Slide

Motivatietechnieken

Slide 14 - Slide

STRAK - methodiek
  1. Situatie: Vertel kort de situatie 
  2. Taak: Wat is jouw taak?
  3. Resultaat: Wat is het resultaat van jouw handelen?
  4. Aanpak: Hoe heb je dat aangepakt in die situatie?
  5. Keuzes: Welke keuzes heb je gemaakt? 

Verantwoorden beschrijf je door de de onderstaande vragen te beantwoorden:
  • Wat heb ik gedaan? of Wat was mijn handelen?
  • Hoe heb ik het gedaan? of Hoe heb ik gehandeld?
  • Waarom ik dat zo gedaan? of waarom heb ik zo gehandeld zo als ik heb gehandeld?

Slide 15 - Slide

Welke vraag stel je bij het evalueren op het proces?

Slide 16 - Mind map

Welke vraag stel je bij het evalueren op het product?

Slide 17 - Mind map

Huiswerk
Ga naar de eindopdracht van deze module. Beantwoord de volgende vragen:
  1. Sluiten de activiteiten aan bij de mogelijkheden, wensen en behoeften?
  2. Wil de cliënt verder oefenen met oude vaardigheden?
  3. Wil de cliënt oefenen met nieuwe vaardigheden?
  4. Welke keuzemogelijkheden of alternatieve activiteiten bied je aan aan de cliënt?
  5. Geef voorbeelden voor de cliënt om activiteiten in te vullen.
  6. Welke voorwaarden zijn er waardoor de cliënt zijn mogelijkheden en behoeften kan realiseren?
  7. Adviseer de activiteiten die in het kader van werk, scholing of vrije tijd kunnen worden ondernomen.
  8. Plan de activiteiten die de cliënt gaat ondernemen. 







Slide 18 - Slide