Les Nederlands E1Va donderdag 23 februari

Lesregels
Ga zitten op je vaste plek
Doe je boek op tafel en ook je schrift (als je dat gebruikt)
Pen/potlood
iPad opgeruimd en in de tas, mobiel in de tas (en op stil)
Actieve werkhouding
Vragen? Steek je hand op
Niet praten met elkaar tijdens uitleg 



1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Lesregels
Ga zitten op je vaste plek
Doe je boek op tafel en ook je schrift (als je dat gebruikt)
Pen/potlood
iPad opgeruimd en in de tas, mobiel in de tas (en op stil)
Actieve werkhouding
Vragen? Steek je hand op
Niet praten met elkaar tijdens uitleg 



Slide 1 - Slide

Lesinhoud
1 Introductie
2 Herhaling leerstof §6: pers. en bez. vnw 
3 Bespreken: §6, opdracht 1 t/m 4 (blz. 215) 
4 Bespreken §8 (HWW en ZWW), blz. 218
5 Overhoring lesstof
6 Oek, Niek, Laura, Lars, Noa: leesgroep + Selina, Thijs en Sven: voorleesfinale

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

§8: ZWW, HWW
ZWW = zelfstandig ww. --> wat iemand doet of overkomt. Belangrijkste werkwood in de zin.

Ik heb een gitaar op Marktplaats gekocht.

Wij willen nu geen brood met pindakaas eten.

U bent toch niet door die man daar geslagen?



Slide 6 - Slide

§8: ZWW, HWW
HWW =  hulpwerkwoord --> altijd in een zin met meer dan 1 werkwoord.

Ik heb een gitaar op Marktplaats gekocht.
De mensen hebben op de Kermis poffertjes gegeten.

Zijn er meerdere werkwoorden in de zin, dan is de persoonsvorm altijd een hulpwerkwoord.
Het hulpwerkwoord helpt om een werkwoordelijk gezegde te maken.

Slide 7 - Slide

§8: Tot slot
Wat is nu een HWW in een zin en wat is nu een ZWW?

1. Zin met 1 werkwoord: dit is een zelfstandig werkwoord (of koppelwerkwoord).
2. Zin met 2 werkwoorden: werkwoord aan het einde is een zelfstandig werkwoord ( of koppelwerkwoord), de persoonsvorm is een hulpwerkwoord.


Clip Nieuw Nederlands.

Slide 8 - Slide

LessonUp
Je mag nu inloggen bij LessonUp onder je eigen naam.

Maak de opdrachten.

Succes!

Slide 9 - Slide

[Wist je] [dat er in de winter van 1963 een autorally werd gehouden op het IJsselmeer?]

welk ww is WIST?
A
zww
B
kww
C
hww

Slide 10 - Quiz

Wist je [dat er in de winter van 1963 een autorally werd gehouden op het IJsselmeer?]

welk ww is WERD?
A
zww
B
kww
C
hww

Slide 11 - Quiz

[Wist je] [dat er in de winter van 1963 een autorally werd gehouden op het IJsselmeer?]

welk ww is GEHOUDEN?
A
zww
B
kww
C
hww

Slide 12 - Quiz

Wat zijn de werkwoorden in de volgende zin:

Aan de deur komen vaak mensen collecteren.

Slide 13 - Open question

Aan de deur komen vaak mensen collecteren.

collecteren is hier:
A
ZWW
B
KWW
C
HWW

Slide 14 - Quiz

Aan de deur komen vaak mensen collecteren.

komen is hier:
A
ZWW
B
KWW
C
HWW

Slide 15 - Quiz

Onze dokter was toen weer drie kilo aangekomen.
A
was = hww aangekomen = zww
B
was = kww aangekomen = zww
C
was = hww aangekomen =kww
D
was = zww aangekomen = zww

Slide 16 - Quiz

Ik wil dansen!
A
dansen = kww
B
dansen = hww
C
dansen = zww

Slide 17 - Quiz

Mijn vader kent een oude man.
A
kent = zww
B
kent = hww

Slide 18 - Quiz

Ik heb mijn moeder een cadeau gegeven.
A
heb= zww gegeven = zww
B
heb= hww gegeven = kww
C
heb= kww gegeven = zww
D
heb= hww gegeven = zww

Slide 19 - Quiz

De meeste leraren vinden leren leuk.
A
vinden = zww
B
vinden = hww

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Slide

Voorleesopdracht
Oek, Niek, Laura, Lars, Noa: in groepje voorlezen aan elkaar (max. 1 pagina)

Rest van de klas: huiswerk maken: §8 (blz. 218-219), maken: Opdracht 1, opdracht 3 (alleen zin b, c, e) en opdracht 4

Slide 22 - Slide