Zwangerschap, Thema 2, basisstof 5, 3basis

Zwangerschap
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Zwangerschap

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Bevruchting
  • Zaadcel en eicel
  • In de eileider
  • Celkernen smelten samen
  • Celdeling
  • Embryo gaat naar de       baarmoeder

Slide 3 - Slide

Innesteling
  • Baarmoederslijmvlies
  • Ovulatie-innesteling = 21 dagen

Slide 4 - Slide

Hoe noem je het 'kindje' de eerste 3 maanden?
A
Kind
B
Baby
C
Embryo
D
Foetus

Slide 5 - Quiz

Placenta (moederkoek)
  • Na innesteling - Embryo 
  • Eerst voedingsstoffen uit baarmoederslijmvlies
  • Hart en bloedvaten, voedingsstoffen uit placenta
  • Slechte stoffen en ziekteverwekkers

Slide 6 - Slide

Navelstreng
  • Verbinding tussen embryo en placenta
  • Slagaders met koolstofdioxide en afvalstoffen
  • Aders met zuurstof en voedingsstoffen
  • Embryo van 10 weken oud

Slide 7 - Slide

Een ander woord voor moederkoek is...
A
Placenta
B
Vruchtwater
C
Embryo
D
Vruchtvliezen

Slide 8 - Quiz

De aders die tussen de placenta en het embryo lopen bevatten koolstofdioxide en afvalstoffen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Vruchtvliezen en vruchtwater
  • Vanaf 3 maanden wordt een embryo een foetus genoemd
  •  Foetus drijft in het vruchtwater met daaromheen de vruchtvliezen
  • Beschermt de foetus
  • Ontstaat allemaal uit de bevruchte eicel 
  • Maakt dus allemaal deel uit van de foetus

Slide 10 - Slide

Prenataal onderzoek
  • Vruchtwaterpunctie (cellen foetus uit vruchtwater)
  • Echoscopie (geluidsgolven)
  • Vlokkentest (placenta) 
  • NIP-test (bloed van de moeder)
  • Wanneer?

Slide 11 - Slide

Bij een echoscopie kun je afwijkingen opsporen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Als een eicel wordt bevrucht gebeurd dit in de ....
A
Eierstok
B
Eileider
C
Baarmoeder
D
Vagina

Slide 13 - Quiz

Innesteling vindt plaats in de ....
A
Eierstok
B
Eileider
C
Baarmoeder
D
Vagina

Slide 14 - Quiz

Wat is er gebeurd wanneer iemand een twee-eiige tweeling krijgt?
A
Twee zaadcellen zijn in een eicel gekomen.
B
Een zaadcel heeft 2 eicellen bevrucht.
C
Een zaadcel heeft een eicel bevrucht, deze is gedeeld in 2 embryo's.
D
Twee zaadcellen hebben twee eicellen bevrucht.

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Video

Slide 17 - Link

Nu maken
Opdracht 34 t/m 41
Niet af? Dan is het huiswerk

Slide 18 - Slide