Hoofdstuk 6 Paragraaf 3



De overheid
Hoofdstuk 6 Paragraaf 3
1 / 21
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson



De overheid
Hoofdstuk 6 Paragraaf 3

Slide 1 - Slide

De overheid

Slide 2 - Mind map

De overheid

De overheid bestaat uit:


1. De rijksoverheid (het Rijk)

2. De lagere overheden n.l.

  • De provincies
  • De gemeenten
  • Waterschappen

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Gemeente
Provincie
Rijksoverheid
Natuurgebieden
Rijbewijs
Infrastructuur
Onderwijs
Politie
Ophalen huisvuil

Slide 5 - Drag question

soorten belastingen

Slide 6 - Mind map

Slide 7 - Video

Belasting
Belastingen zijn inkomsten van het Rijk. Je kunt ze indelen in twee groepen:

-kostprijsverhogende belastingen als accijns en btw (indirect)
-belastingen op inkomen, winst en vermogen (direct)

Slide 8 - Slide

Directe belastingen
= belasting op inkomen winst en vermogen
-Loon en inkomstenbelasting
-Dividendbelasting
-Vennootschapsbelasting
-Successierechten
-Kansspelbelasting

Indirecte belastingen

= kostprijsverhogende belastingen op producten en diensten

- BTW
- Accijns
- Invoerrechten
-Milieuheffingen
-Motorvoertuigenbelasting
-BPM

Slide 9 - Slide

Inkomsten van het Rijk
Indirecte belastingen zitten in de prijs van een product verwerkt, bijv. btw, accijns, toeristenbelasting (= kostprijsverhogende belastingen).
Directe belastingen betaal je rechtstreeks aan de overheid, bijv. loonbelasting, vennootschapsbelasting (= belasting over inkomen, winst en vermogen).
bijv. aardgasbaten, staatsloterij, boetes
premies sociale verzekeringen

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Verschillende belastingen; wanneer en door wie?

Slide 12 - Slide

collectieve sector & particuliere sector
Collectieve sector
Alle bedrijven die voor de overheid werken. Levert goederen en diensten waar iedereen gebruik van kan maken.

Particuliere sector
Bedrijven die goederen en diensten willen verkopen om winst te maken.

Slide 13 - Slide

Waarom collectieve goederen?
1) zelf kwaliteit bewaken(rechtspraak)
2)het moet betaalbaar blijven (onderwijs)

Slide 14 - Slide

Sleep de goederen en/of diensten naar de juiste sector.
collectieve sector
particuliere sector

Slide 15 - Drag question

Iedereen in Nederland mag gebruik maken van de collectieve goederen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quiz

Voor wie zijn de collectieve goederen bestemd?
A
alle burgers
B
ambtenaren
C
rijksoverheid
D
Rijk, Provincie, Gemeente

Slide 17 - Quiz

Door wie worden collectieve goederen geleverd?
A
bedrijven
B
particulieren
C
overheid
D
buitenland

Slide 18 - Quiz

Extra Uitleg

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video