This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 80 min
Items in this lesson
Bio KGT 1 - 4.2 / Stevigheid en beweging - Botten
Slide 1 - Slide
Opdrachten samen
Opdracht 4, 7 en 9
Slide 2 - Slide
4a) Leg uit waarom tussen het borstbeen en de ribben kraakbeen moet zitten.
Slide 3 - Open question
4b) Tussen welke botten zit kraakbeen waardoor je voorover kunt buigen?
A
Ellebogen
B
Ribben
C
Ruggenwervels
D
Knieën
Slide 4 - Quiz
7) Leg uit dat het belangrijk is dat de botten van de baby vooral uit lijmstof bestaan.
Slide 5 - Open question
9a) Welke stof in een bot zorgt ervoor dat botten goed zichtbaar zijn op een röntgenfoto?
A
kalk
B
kraakbeen
C
lijmstof
D
azijn
Slide 6 - Quiz
9b) Leg uit waarom kraakbeen op een röntgenfoto niet zichtbaar is.
Slide 7 - Open question
Slide 8 - Slide
9c) Bij de kinderhand lijkt de ruimte tussen de botten veel groter. Leg uit hoe dat komt.
Slide 9 - Open question
9d) Lijkt dierenartsassistent/dierenarts jou een leuk beroep?
JA
NEE
MISSCHIEN
Slide 10 - Poll
Oefentoetsvragen
Slide 11 - Slide
TVA1c) Het oor is gemaakt van ...
A
bot
B
kraakbeen
Slide 12 - Quiz
TVA1c) Het oor bevat vooral ...
A
kalk
B
lijmstof
Slide 13 - Quiz
TVA1c) Het oor is heel ...
A
buigzaam
B
stevig
Slide 14 - Quiz
Als ouderen vallen, breken ze vaak hun heup.
Kinderen die leren lopen vallen regelmatig, maar zij breken bijna nooit hun heup.
Slide 15 - Slide
TVA2) Waarom breekt de heup van een oudere gemakkelijker dan die van een kind?
Slide 16 - Open question
*
Ouders vinden het vaak leuk om hun baby rechtop te laten staan, voordat de baby dit zelf kan. Dit wordt erg afgeraden door artsen, omdat de botten in de voeten van de baby er nog niet klaar voor zijn.
Slide 17 - Slide
*
De botten van een baby bestaan vooral uit kraakbeen.
Het kraakbeen in de voeten is te buigzaam om erop te kunnen blijven staan. / Het kraakbeen in de voeten / benen / heupen is te buigzaam en kan zich door te gaan staan verkeerd ontwikkelen.
Slide 18 - Slide
TA2) De beenderen van een kind bevatten meer kalk dan de beenderen van een oudere.
A
JUIST
B
ONJUIST
Slide 19 - Quiz
TA3) Kalk lost op in zoutzuur.
A
JUIST
B
ONJUIST
Slide 20 - Quiz
TA6) Als je de kalk uit een bot haalt, wordt het bot zacht en buigzaam.
A
JUIST
B
ONJUIST
Slide 21 - Quiz
TA32) Leg uit dat een botbreuk eerder optreedt bij een oudere dan bij een jong kind.
Slide 22 - Open question
TA34) Als de breuk herstelt, komt er dan op de breukplaats kraakbeen of been?
A
kraakbeen
B
been
Slide 23 - Quiz
TA34) ... waarom?
Slide 24 - Slide
TA34) ... waarom?
Daar komt been, het bot moet even sterk worden als het was.
Slide 25 - Slide
TB2) De botten van oudere mensen bevatten meer lijmstof dan de botten van een kind.
A
JUIST
B
ONJUIST
Slide 26 - Quiz
TB3) Lijmstof verbrandt in een vlam.
A
JUIST
B
ONJUIST
Slide 27 - Quiz
TB4) Als je de lijmstof uit een bot haalt, wordt het bot zacht en buigzaam.
A
JUIST
B
ONJUIST
Slide 28 - Quiz
TB24) Waaruit bestaan botten van baby’s vooral?
A
Kalk
B
Kraakbeen
C
Lijmstof
D
Pezen
Slide 29 - Quiz
TB27) Welke uitspraak over botten is juist?
A
Als botten ouder worden, neemt de hoeveelheid kalk af.
B
Als botten ouder worden, neemt de hoeveelheid lijmstof af.