Kan toevoeging zijn, of volledige voeding per os overnemen.
Slide 3 - Slide
een probleem bij sondevoeding kan zijn
A
stomatitis
B
aspiratie pneumonie
C
misselijkheid
D
alle antwoorden zijn juist
Slide 4 - Quiz
complicaties bij sondevoeding
diaree
een verstopte sonde
obstipatie
reflux
aspiratie
misselijkheid en braken
stomatitis
Slide 5 - Slide
manieren van toedienen
intermitterende toediening
continue toediening
per bolus
Slide 6 - Slide
medisch rekenen
om te berekenen hoe je een voedingspomp instelt gebruik je de volgende som:
het aantal milliliters dat iemand moet krijgen delen door het aantal uren waarin het in moet lopen
niet moeilijk, maar wel heel goed lezen wat het voorschrift is
Slide 7 - Slide
Een rekensom
Mw. Janssen krijgt vandaag 0,75 liter sondevoeding. Deze moet in 12 uur inlopen. Op welke stand stel je de pomp in?
Dhr. Klaas eet overdag niet voldoende. Hij krijgt voor de nacht 500 cc voeding. Deze start om 23.00 en moet om 7.00 de volgende ochtend ingelopen zijn. Hoe stel je de pomp in?
Slide 8 - Slide
Belangrijke aandachtspunten
Voor een toediening controleer je de ligging van de sonde ( bij een nms)
spoel altijd de sonde vooraf met de voorgeschreven hoeveelheid water.
spoel de sonde nadien ook altijd na met de voorgeschreven hoeveelheid water.
Slide 9 - Slide
bewaren van sondevoeding
na openen 24 uur houdbaar, mits gekoeld
ongeopend houdbaar buiten de koelkast tot de houdbaarheiddatum.
Slide 10 - Slide
toedienen van sondevoeding
temperatuur van sondevoeding op kamer temperatuur
niet opwarmen in de magnetron, maar wel au bain marie of afgemeten hoeveelheid op laten warmen buiten de koelkast