Introductieles geld en werk DISK oefening 3 NIET AF

1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolBasisschoolvmbo lwoo, b, kGroep 7,8Leerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Introductie en doel van de les 
Geld en werk 

Dit hoofdstuk gaat over geld verdienen en geld uitgeven.
Na de les ken je nieuwe woorden en kun je zinnen maken met die woorden.

Slide 2 - Slide

Uitleg van nieuwe woorden 
1.  Lees het woord
2. Lees de betekenis(sen)
3. Lees de voorbeeldzin(nen)
4. Bekijk de plaatjes

Slide 3 - Slide

het minumumloon
het laagste loon dat je mag verdienen 

Als je 15 bent, is het minimumloon €3,72 per uur. 

Slide 4 - Slide

bepalen
zeggen wat er gedaan moet worden
De docent bepaalt de regels in de klas.

Slide 5 - Slide

opnieuw
nog een keer / alweer
Mijn tekening was mislukt, dus maakte ik ze opnieuw.
Bij de vorige toets spiekte hij en nu doet hij het opnieuw.

Slide 6 - Slide

storten
overmaken naar een bankrekening
Ik heb 100 euro op mijn bankrekening gestort.
Aan het einde van de dag stort de winkelier zijn geld.

Slide 7 - Slide

tenminste
in ieder geval

Het is niet moeilijk, tenminste voor wie zijn huiswerk heeft gemaakt.

Slide 8 - Slide

het laagste
loon dat je
mag verdienen
zeggen wat
er gedaan
moet worden
overmaken
naar een
bankrekening
nog een
keer
in ieder
geval
tenminste
opnieuw
bepalen
storten
het
minimum-loon

Slide 9 - Drag question

Welk woord hoort NIET bij
"minimumloon"?
A
geld
B
salaris
C
de sollicitatie
D
verdienen

Slide 10 - Quiz

Maak een zin met
"storten".

Slide 11 - Open question

Vul in:
Het is niet moeilijk, ........ als je goed hebt opgelet.
A
tenminste
B
opnieuw
C
zoals
D
misschien

Slide 12 - Quiz

Wat betekent: "opnieuw"?
Er zijn twee antwoorden goed.
A
niet oud
B
nog een keer
C
zeker
D
alweer

Slide 13 - Quiz

Maak een zin met het woord
"bepalen".

Slide 14 - Open question

officieel
volgens de wet / echt
Vorige week werd officieel bekend wie de verkiezingen had gewonnen.

Slide 15 - Slide

de pincode
een code van vier cijfers waarmee je geld kunt opnemen of betalen
Als ik met mijn pinpas betaal, heb ik een pincode nodig.

Slide 16 - Slide

sparen
(geld) bewaren / niet uitgeven.
Ik spaar voor een nieuwe telefoon.
                                 

Slide 17 - Slide

lenen
iets krijgen wat je later terug moet geven

Ik leen 10 euro van mijn vriend.
Ik leen boeken bij de bibliotheek. 

Slide 18 - Slide

berekenen 
uitrekenen / iets weten door te rekenen
Ik bereken de maten van mijn tuin.

Slide 19 - Slide

Maak een zin met
"sparen".

Slide 20 - Open question

Maak een zin met
"berekenen".

Slide 21 - Open question

Maak een zin met
"de pincode".

Slide 22 - Open question

Maak een zin met
"lenen".

Slide 23 - Open question

Maak een zin met
"officieel".

Slide 24 - Open question

Maak oefening 
3 op bladzijde 
120 van je boek.

Werk samen!!!

Slide 25 - Slide

Noem minstens twee dingen die je hebt geleerd in deze les.
timer
2:30

Slide 26 - Open question

Noem een verbeterpunt voor deze les.
timer
2:00

Slide 27 - Open question