REK-MH2-10 Breuken optellen en aftrekken

Breuken optellen
1 / 29
next
Slide 1: Slide
RekenenMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Breuken optellen

Slide 1 - Slide

0

Slide 2 - Video

Slide 3 - Video

1/5 + 3/5 = (gebruik /)

Slide 4 - Open question

Reken uit en vereenvoudig
2/4 +3/4 = ........ = ....?....
(spatie en / gebruiken bij vereenvoudigen)

Slide 5 - Open question

1/3 + 4/6 =

Slide 6 - Open question

De helft van de leerlingen van een school komt met de fiets. Een derde deel komt met de auto. De rest komt met de bus. Welk deel komt met de bus naar school?
A
1/3
B
2/4
C
1/6
D
1/7

Slide 7 - Quiz

Breuken aftrekken

Slide 8 - Slide

3/5 - 2/5 = (gebruik een /)

Slide 9 - Open question

4/5 - ....... = 1/20

Slide 10 - Open question

Lisa koopt een vest van €12,30. Wat moet Lisa betalen? €...,...

Slide 11 - Open question

Maken
Basis: maken 2.3 en 3.2
Plus: maken 2.3 en 1.4

Slide 12 - Slide

REK-MH2-10
breuken optellen

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

6 + 6 + 6 = 18
8 + 4 + 8 = 20
2 + 6 + 2 = 10
4 + 4 - 2 =6
6 + (2 + 2 + 2 + 1) x 4 = 34

Slide 15 - Slide

1/5 + 3/5 = (gebruik /)

Slide 16 - Open question

Reken uit en vereenvoudig
2/4 +3/4 = ........ = ....?....
(spatie en / gebruiken bij vereenvoudigen)

Slide 17 - Open question

1/3 + 4/6 =

Slide 18 - Open question

De helft van de leerlingen van een school komt met de fiets. Een derde deel komt met de auto. De rest komt met de bus. Welk deel komt met de bus naar school?
A
1/3
B
2/4
C
1/6
D
1/7

Slide 19 - Quiz

3/5 - 2/5 = (gebruik een /)

Slide 20 - Open question

4/5 - ....... = 1/20

Slide 21 - Open question

Van een chocoladereep met 12 stukjes eet je 2/3 deel op.
Hoeveel stukjes blijven over?

Slide 22 - Open question

Ik heb een Milkareep gekocht. Deze reep bestaat uit 10 stukken. De reep valt op de grond en 2/5 gaat verloren. Hoeveel heb ik over? Gebruik / en vereenvoudig.
Vul alleen de vereenvoudiging in.

Slide 23 - Open question

Lisa koopt een vest van €12,30. Wat moet Lisa betalen? €...,...

Slide 24 - Open question

Maken
Basis: maken 3.2
Plus: maken 1.4

Slide 25 - Slide

basis: 3.2
7. b 6 stukjes c 6/16 d 4 stukjes e 4/16
8. a 15 snoepjes rood en 18 snoepjes geel b meer
9. koen 8 stukje en pepijn 6 stukjes. samen 14 van de 14/24 = 7/12 b 5/12
10. a 1/2 b 6 + 4 = 10  10 van de 12 = 10/12, 3/4 = 9/12. dus meer dan 3/4
c 2 van de 12 dus 2/12 = 1/6
Plus 4.1
3. a 2/5 b 2/3
4. a 1/2 c 26/33

Plus: 1.4
1. a 6 b 6 van de 8 c 3/4
2. a 2/9 b 2/3 c 3/13 d 1/5
3. a 2/5 b 2/3
4. a 1/2 c 26/33
5. a 6 5/8
6. a 1 2/5 b 9 1/3 c 3 1/13 d 10 5/12
7. a 1 1/7 b 2 5/9 c 5 1/16 d 11 19/30

Slide 26 - Slide

Maken
Basis: maken 3.2 (11, 14)
dan plus 1.4 (3c en d, 4b en d, 10a)
plus: maken 1.4 (1, 2, 3c en d, 4b en d, 9, 10, 11

Slide 27 - Slide

Basis 3.2

11. a 4/24 = 1/6 b 20/24 - 2/8 = 20/24 - 6/24 = 14/24 = 7/12 c 14/24 dus 14 stukjes

14. 30 : 3 = 10 stukjes, 30 : 5 x 2 = 12, 30 - 10 - 12 = 8 stukjes over

4. b 5/36 d 7/40
9. a 2 2/3 b 1 11/24
10. a 3/4


Plus:1.4
1. a 6 b 6 van de 8 c 3/4
2. a 2/9 b 2/3 c 3/13 d 1/5
3. c 1/4 d 1/3
4. b 5/36 d 7/40
9. a 2 2/3 b 1 11/24
10. a 3/4 b 3 2/3 c 3/4 d 17/18
11. 1/6, 2 1/3, 1 2/5, 5 1/5, 2 7/10, -

Slide 28 - Slide

0

Slide 29 - Video