Les 3 Debatteren - Be the argument!

Les 2 - Debatteren argumenten, feiten, meningen, conclusie
Les 3 Debatteren
Be the argument!
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Les 2 - Debatteren argumenten, feiten, meningen, conclusie
Les 3 Debatteren
Be the argument!

Slide 1 - Slide

Vorige les heb je geleerd

  • wat een feit is
  • wat een mening (standpunt) is
  • wat een argument is
  • wat een conclusie is
  • waar een goed argument aan moet voldoen

Vandaag ga je leren hoe je zelfverzekerd over kunt komen (ook als je dat niet bent!)




Slide 2 - Slide

Een goed argument...

... is steekhoudend. Met andere woorden: het klopt.
... is relevant. Met andere woorden: het gaat over het onderwerp / de stelling.
... is het meest krachtig wanneer het gebaseerd is op feiten en soms zelfs ondersteund met cijfers.
... is minder krachtig wanneer je jouw eigen oordeel of mening erin meeneemt.

Maar misschien nog wel het allerbelangrijkste...



Slide 3 - Slide

BE THE ARGUMENT!

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Kun je er zelfverzekerd uitzien, ook al ben je dat niet?

JA! Dat kan!

Bij iedere presentatie zijn drie dingen belangrijk:
1. De inhoud (Wat je zegt: weet je waar het over gaat?)
2. De manier waarop je het zegt.
3. Non-verbale communicatie (met andere woorden wat je uitstraalt / hoe je erbij staat / hoe je kijkt).

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Je voeten

  • Sta stevig op twee benen. Niet wiebelen.
  • Zet je voeten niet te dicht bij elkaar (niet stabiel) 
     en ook niet te ver uit elkaar. 
  • Houd je voeten recht vooruit.


Slide 8 - Slide

Je ogen



Maak oogcontact met alle aanwezigen. 
Of doe op z'n minst alsof (en kijk in plaats daarvan over de mensen heen).


Lees niet voor! Een blaadje met steekwoorden is prima. 


Slide 9 - Slide

Let op je hoofd!

De houding van je hoofd is een belangrijke non-verbale indicator.

Hoofd scheef = schattig
Hoofd/kin naar beneden = verlegen
Hoofd/kin omhoog = arrogant
Hoofd recht = zelfvertrouwen!




Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Oefening
Lagerhuisdebat

Twee groepen (groep voor / groep tegen)

5 minuten overleggen om argumenten te bedenken

Stelling:
Dierentuinen moeten verboden worden




timer
5:00

Slide 12 - Slide

Je weet nu...

... hoe je zelfverzekerd kunt overkomen tijdens een presentatie




Volgende les:
Hoe verzin je een sterk argument?

Slide 13 - Slide