Sociaal leven: Belangrijke contacten bijv. medebewoners, vrijwilligers etc.
Contact met de samenleving: Contacten in familieverband, en in uw kennissenkring, buurt,
in de maatschappij?
Slide 13 - Slide
Levensdomein 3 mentaal welbevinden en autonomie
Ondersteuning van de eigen levens invulling: Zelfstandigheid, hulp krijgen.
Stemming: bijv. Wat is uw stemming meestal? Leuke dingen om mee te maken.
Respect: bijv. Omgang met anderen.
Eigen identiteit en levensinvulling/levensfase: bijv. belangrijke dingen in het leven, levensfase.
Slide 14 - Slide
Levensdomein 4 lichamelijk welbevinden
en gezondheid
Voeding: Bijv. Smakelijke maaltijden, hapjes, drankjes en vocht/voedselinname, dieet,
Schoon en verzorgd lichaam: Bijv. Lichamelijke verzorging, hoe vaak douchen/wassen etc
Lichamelijke functies/mogelijkheden: bijv. Zintuigen, rust en beweging, medicijngebruik, urine en ontlasting,
Gezondheidsbevordering en gezondheidsbescherming: bijv. Gezondheid, fit, moe, energiek.
Slide 15 - Slide
Zorgleefplan (vaak in de VVT)
Je stelt dan vragen op b.v. basis van de vier domeinen:
het mentale welbevinden en de autonomie van de zorgvrager als persoon
het lichamelijke gevoel van welbevinden en gezondheid
daginvulling volgens eigen interesse en het onderhouden van sociale contacten (participatie)
de woon- en leefomstandigheden
Slide 16 - Slide
Zorgplan in de GGZ
Voorbeelden van wat in een zorgplan staat zijn b.v. plannen:
waarmee een terugval van de ZV kan worden voorkomen;
om de risico van verslaving bij de ZV klein te maken;
voor als de ZV suïcidaal is;
aanpak van de behandeling waarbij ook het systeem betrokken is.
Slide 17 - Slide
Zorgleefplan in de VVT
Voorbeelden van wat in een zorgleefplan staat zijn b.v.:
het doel van de zorg;
afspraken over pravacy;
mantelzorg welke de familie geeft;
welke begeleiding of zorg de ZV krijgt;
welke dagbesteding de ZV heeft;
afspraken over hygiene;
de tijden van opstaan en slapen gaan.
Slide 18 - Slide
Ondersteuningsplan GHZ
Voorbeelden van wat in een zorgleefplan staat zijn b.v.:
heeft als doel de kwaliteit van leven voor de ZV goed te houden of te verbeteren;
beschrijft wie verantwoordelijk is voor welk deel van dezorg;
meldt welke personen betrokken zijn bij de zorg;
gaat uit van wat de ZV wil, welke mogelijkheden deze heeft, ziekten en klachten van de ZV, en wat de ZV nodig heeft.
Slide 19 - Slide
Gordon
“Het gezondheidsprobleem kan in hoofdzaak met verpleegkundige zorg worden opgelost en de verpleegkundige is aansprakelijk voor de resultaten van die zorg” (Gordon 2014)
11 functionele gezondheidspatronen (11 FGP's)
Slide 20 - Slide
Patroon van gezondheidsbeleving en -instandhouding