Project grammatica spelling en formuleren les 6

Grammatica woordsoorten
Hoofdstuk 2
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Grammatica woordsoorten
Hoofdstuk 2

Slide 1 - Slide

Lesdoel
- Aan het einde van deze les kun je uitleggen wat telwoorden zijn.
- Aan het einde van deze les kun je uitleggen wat het verschil is tussen hoofdtelwoorden en rangtelwoorden.
- Aan het einde van deze les kun je telwoorden op de juiste manier schrijven.

Slide 2 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
- Terugblik
- Startopdracht maken
- Uitleg theorie
- Opdr. 1, 2, 3 en 7 Spelling H2 maken

Slide 3 - Slide

Plaats de juiste leestekens:
De directeur gaf toelichting bij de nieuwe maatregelen het personeel kon vragen stellen

Slide 4 - Open question

Plaats de juiste leestekens:
Voor de vergadering van volgende week moet hij:
zijn collega's uitnodigen
een vergaderzaal reserveren
de agenda opmaken

Slide 5 - Open question

Bram (vinden) wiskunde een lastig vak.

Slide 6 - Open question

(Vinden) je broer wiskunde lastig?

Slide 7 - Open question

Jongeren Milieu Actief, kortweg JMA, (huizen)... in het kantoor van Milieudefensie.

Slide 8 - Open question

Wie (geloven) ... dat het JMA alleen maar in het weiland (vertoeven) ..., (beraden) ... zich beter nog eens.

Slide 9 - Open question

Wat weten we door deze woorden?
Ik heb vijf pennen in mijn etui.
Ik heb de vijfde pen net in mijn etui gestopt.
Ik ben enkele pennen kwijtgeraakt.
De laatste pen die ik kwijt was, heb ik gelukkig teruggevonden.


Slide 10 - Slide

Hoofdtelwoord en rangtelwoord
hoofdtelwoord
rangtelwoord
bepaald
drie, honderd, zeventien etc.
eerste, tweede, zesde etc.
onbepaald
veel, enkele, sommige
middelste, laatste, volgende

Slide 11 - Slide

Waarom is eerste een bepaald rangtelwoord en laatste een onbepaald rangtelwoord?

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Bijna allen hadden zich voor de disco opgegeven, maar slechts [enkele|enkelen] kwamen opdagen.
A
enkele
B
enkelen

Slide 17 - Quiz

Ik hou niet zo van snoep, maar als ik minimarsjes heb, eet ik er zo [enkele|enkelen] achter elkaar op.
A
enkele
B
enkelen

Slide 18 - Quiz

In Groningen wonen heel wat studenten en de [meeste|meesten] studenten hadden zich dit jaar te laat ingeschreven.
A
meeste
B
meesten

Slide 19 - Quiz

De meeste pistachenoten gingen gemakkelijk open, maar [sommige|sommigen] konden we niet breken.
A
sommige
B
sommigen

Slide 20 - Quiz

Frank en Ronald de Boer waren [beide|beiden] zeer getalenteerde voetballers.
A
beide
B
beiden

Slide 21 - Quiz

Wat ga je doen?
- Maken opdracht 1 t/m 3 op het werkblad
- 10 min in stilte
- Klaar? 
- maken opdracht 11 en 12 op bladzijde 141-142.
- Daarna bespreken
timer
10:00

Slide 22 - Slide

Lesdoel
- Aan het einde van deze les kun je uitleggen wat telwoorden zijn.
- Aan het einde van deze les kun je uitleggen wat het verschil is tussen hoofdtelwoorden en rangtelwoorden.
- Aan het einde van deze les kun je telwoorden op de juiste manier schrijven.

Slide 23 - Slide

Vul de juiste vorm in:
Van alle appels vind ik de Golden Delicious en de Granny Smith nog altijd de [lekkerste|lekkersten].

Slide 24 - Open question

De middelste leerling hield een spandoek omhoog.
Wat is middelste hier?
A
bepaald hoofdtelwoord
B
onbepaald hoofdtelwoord
C
bepaald rangtelwoord
D
onbepaald rangtelwoord

Slide 25 - Quiz