Week 5 - herhaling samentrekking

1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Vandaag
  • Weekdoelen week 3?
  • Uiterlijk 8 feb vóór de les opdr. foutieve samentrekking inleveren (weekdoelen week 4/5)
  • Samentrekking
  • Vragenlijst
  • Aanmelden LessonUp!

Slide 2 - Slide

Heb je al een tweede fictieboek?
A
Ja, ik ben al begonnen met lezen
B
Ja, maar ik moet nog beginnen met lezen
C
Nee, ik weet al wel welk boek
D
Nee, ik moet nog een boek zoeken

Slide 3 - Quiz

Wat weet je nog over de samentrekking?

Slide 4 - Open question

Samentrekking
Je laat overbodige woorden weg (die meer dan één keer voorkomen)

Slide 5 - Slide

3 niveaus
  • Woordniveau (weglatingsstreepje) vb: zon- en feestdagen
  • Woordgroepsniveau (een groepje woorden) vb: dure ringen en armbanden
  • Zinsniveau (zinsdelen die 2 keer voorkomen, worden weggelaten) vb: je wilt en krijgt een leuk cadeautje. 

Slide 6 - Slide

2.5 Maak de samentrekking: Deze regels gelden voor zowel hoogopgeleide werknemers als laagopgeleide werknemers.

Slide 7 - Open question

2.1 Maak de samentrekking: Ela geeft in het sportcentrum streetdancelessen en steplessen.

Slide 8 - Open question

3.D Van de 16e tot de 20e eeuw was het Britse rijk groter dan ooit. Samentrekking op
A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau

Slide 9 - Quiz

Kasia reed bijna door rood licht en kwam daardoor bijna onder een tram. Samentrekking op
A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau

Slide 10 - Quiz

Voor mijn verjaardag heb ik allemaal feestneuzen en -mutsen gekocht. Samentrekking op
A
Woordniveau
B
Woordgroepsniveau
C
Zinsniveau

Slide 11 - Quiz

4.3 Welke woorden zijn weggelaten en wat voor samentrekking is het: In Artis wonen roodwang- en woudschilpadden en er zijn wel Aziatische olifanten, maar geen Afrikaanse.

Slide 12 - Open question

Zijn er nog vragen over de samentrekking (of andere zaken wat betreft Nederlands)?

Slide 13 - Open question