Tijdvak 2: Tijd van Grieken en Romeinen PABO toets vragen

• Geschiedenis
• MBO
• Studiejaar 4

Tijdvak 2: Tijd van Grieken en Romeinen

Wat is een overeenkomst tussen de Olympische Spelen van de oude Grieken en de moderne Olympische Spelen?

1. Ze bestonden uit winter- en zomerspelen.
2. Ze waren voor volwassenen en kinderen.
3. Ze werden één keer in de vier jaar georganiseerd.
4. Ze werden op één plaats gehouden.

Welke groep bezat in het Romeinse Rijk de meeste macht?

1. Filosofen
2. Geestelijken
3. Kooplieden
4. Militairen

Waarvan is deze afbeelding een plattegrond?

Waarvan is deze afbeelding een plattegrond?

1. een Romeins badhuis
2. een Romeinse limes
3. een Romeinse stad
4. een Romeinse villa

In Utrecht is de grens van het Romeinse Rijk gemarkeerd met een gedenksteen. Dankzij welke bronnen weten historici waar de grens van het Romeinse Rijk liep?

In Utrecht is de grens van het Romeinse Rijk gemarkeerd met een gedenksteen. Dankzij welke bronnen weten historici waar de grens van het Romeinse Rijk liep?

1. Op kaarten aangegeven limes
2. de loop van de rivieren uit die tijd
3. de overblijfselen van aquaducten
4. de overblijfselen van theaters en amfitheaters

Waar vestigden de Romeinen een nederzetting? Op de plaats van het huidige...

1. Nijmegen en Amsterdam
2. Voorburg en Heerlen
3. Maastricht en Zwolle
4. Kampen en Lelystad

Wat moet worden ingevuld bij X in deze tekst?

Meester Arjan van groep 8 vertelt: ‘De Romeinen leefden enkele eeuwen in ons land. Hun invloed is nog altijd merkbaar aan X en Y. De Romeinen waren een praktisch volk. Veel dingen die de Romeinen deden of bezaten, moesten in het dagelijks leven goed en geregeld te gebruiken zijn.’

1. het invoeren van het ambt van de paus
2. het gebruik van muntgeld
3. de invoering van de dienstplicht
4. de uitvinding van het wiel

Wat moet worden ingevuld bij Y in deze tekst?

Meester Arjan van groep 8 vertelt: ‘De Romeinen leefden enkele eeuwen in ons land. Hun invloed is nog altijd merkbaar aan X en Y. De Romeinen waren een praktisch volk. Veel dingen die de Romeinen deden of bezaten, moesten in het dagelijks leven goed en geregeld te gebruiken zijn.’

1. het bestaan van de telescoop
2. het vervaardigen van glas
3. het bouwen van tempels
4. het toepassen van vuur

Welke historische gebeurtenis in de eerste helft van de vierde eeuw had grote gevolgen voor de geschiedenis van Europa?

1. Het Romeinse Rijk werd een republiek.
2. De slavernij werd afgeschaft.
3. Christenen kregen godsdienstvrijheid.
4. Rome werd door keizer Nero in brand gestoken.

Welke stelling(en) is/zijn juist?

I: De Romeinen kenden verschillende politieke of staatkundige modellen. Er was een tijd dat de Romeinen inwoners waren van een republiek en ze kenden tijden dat ze woonden in een keizerrijk.
II: Het Romeinse Rijk hield in West- en Midden-Europa meer dan vier eeuwen stand.

1. Alleen stelling I is juist
2. alleen stelling II is juist
3. stelling I en II zijn juist
4. stelling I en II zijn onjuist

De Romeinse keizers lieten bogen bouwen...

De Romeinse keizers lieten bogen bouwen...

1. ...om hun militaire overwinningen te herdenken.
2. ...om de openbare ruimte mooier te maken.
3. ...om hun politieke opvattingen te verspreiden.
4. ...om te getuigen van hun geloof in Christus.

Romeinse cijfers werden door de Romeinen verspreid en bleven ook na de val van het Romeinse Rijk nog lang in gebruik. Dit is een voorbeeld van:

Romeinse cijfers werden door de Romeinen verspreid en bleven ook na de val van het Romeinse Rijk nog lang in gebruik. Dit is een voorbeeld van:

1. Kerstening
2. Ontmythologisering
3. Romanisering
4. Secularisatie

Welke onderwerpen horen bij de Germanen?

1. Aquaducten en filosofen
2. Burgerrechten en paardrijden
3. Democratie en republiek
4. Stammen en boerenleven