this/these that/those

Aanwijzende Voornaamwoorden


This - These
That - Those
1 / 13
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Aanwijzende Voornaamwoorden


This - These
That - Those

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Dichtbij - This / These
Het object of de persoon is dichtbij!
Wil je deze pen?
Do you want this pen?
Wil je deze ballonnen?
Do you want these balloons? 🎈

Slide 3 - Slide

Veraf - That / Those
Het object of de persoon is veraf!
Ken je die persoon?
Do you know that person?
Waar komen die mensen vandaan?
Where are those people coming from?

Slide 4 - Slide

Deze tafel.

Slide 5 - Slide

Dat huis.

Slide 6 - Slide

........ dress (dichtbij)

Slide 7 - Slide

I want ..... books over there!
Is het dichtbij of veraf?
Is het enkelvoud of meervoud?

Slide 8 - Slide

.... colours look beautiful on you!
Heb je het over de kleuren van een ver object of dichtbij?

Slide 9 - Slide

That
A
enkelvoud dichtbij
B
enkelvoud ver weg
C
meervoud dichtbij
D
meervoud ver weg

Slide 10 - Quiz

These
A
enkelvoud dichtbij
B
enkelvoud ver weg
C
meervoud dichtbij
D
meervoud ver weg

Slide 11 - Quiz

Those
A
enkelvoud dichtbij
B
enkelvoud ver weg
C
meervoud dichtbij
D
meervoud ver weg

Slide 12 - Quiz

This
A
enkelvoud dichtbij
B
enkelvoud ver weg
C
meervoud dichtbij
D
meervoud ver weg

Slide 13 - Quiz