hv1 8.2

Programma

Leerdoelen


Aan de slag

Afsluiten


Programma       9 maart
  • Start
  • Lesdoelen
  • Terugblik 
  • Uitleg 
  • Aan de slag 
  • Afsluitend kaartspel
1 / 12
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Programma

Leerdoelen


Aan de slag

Afsluiten


Programma       9 maart
  • Start
  • Lesdoelen
  • Terugblik 
  • Uitleg 
  • Aan de slag 
  • Afsluitend kaartspel

Slide 1 - Slide

Lesdoel

Aan het eind van deze les ..


.. weet je hoe je positieve en negatieve getallen bij elkaar kunt optellen.






Slide 2 - Slide

Terugblik
Wat is het tegengestelde van -5?

Slide 3 - Open question

Terugblik
Vul in < of >.
-1 ... -3

Slide 4 - Open question

Vragen over de voorkennis en 8.1?

Slide 5 - Mind map

Slide 6 - Video

Aan de slag

Maak 

8, 9, 10, 11 cdghkl, 12 bcefhi, 13, 

14 bcfgjk, 



Let op je notatie!

Neem de opgave over.

Kijk per vraag na, bij fouten maak je alles.









timer
15:00

Slide 7 - Slide

Afsluitend kaartspel

Rode kaarten (harten en ruiten)  --> negatieve getallen.
Zwarte kaarten (schoppen en klaver) --> positieve getallen.

  • Elke speler krijgt 3 kaarten.
  • De overige kaarten komen in het midden verdeeld over 2 stappels (één met nummers naar boven en de andere   nummers naar benenden).
  • Speel om beurten. De eerste speler telt zijn cijfers bij elkaar op, pakt een kaart van een van beide stapels en legt ten   slote een kaart van zichzelf met het nummer naar boven weg. 
  • Heeft een speler drie kaarten waarvan de optelling 0 is, dan wint hij een slag en legt deze apart en pakt drie nieuwe   kaarten.
  • Het spel is afgelopen als beide stapels op zijn of de tijd op is. Wie de meeste slagen heeft, is de winnaar!







Slide 8 - Slide

Volgorde bij berekeningen
Stappenplan
  1. Haakjes
  2. Machten (dus ook kwadraten en wortels)
  3. Vermenigvuldigen en Delen (v.l.n.r)
  4. Optellen en Aftrekken (v.l.n.r)

Help Mij Van Die Onvoldoendes Af!

Slide 9 - Slide

Positieve en negatieve getallen
Getallen boven de 0 heten positieve getallen (+)

Getallen onder de 0 heten negatieve getallen (-)

Het getal 0 is niet positief en niet negatief, maar neutraal.

Slide 10 - Slide

Groter dan  >       
Kleiner dan  <
7 > 6 Lees je als "7 is groter dan 6"
2 < 3 Lees je als "2 is kleiner dan 3"

> betekent dus "is groter dan"
< betekent dus "is kleiner dan"

Ezelsbruggetje: 
De opening van < en > staat altijd aan de kant van het grootste getal.

Slide 11 - Slide

Tegengestelde getallen
Tegengestelde getallen liggen op de getallenlijn even ver van 0.
Bijvoorbeeld -4 en 4. 

Opgeteld zijn deze getallen altijd 0.
-4 en 4 zijn elkaars tegengestelden, want -4+4=0.







Slide 12 - Slide