2.8 Grammatica woordsoorten les 1

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

2.8 Grammatica woordsoorten les 1

Woord van de week

Opslokken

Lesdoelen

- Je kunt het wederkerend werkwoord, wederkerend voornaamwoord en het wederkerig voornaamwoord benoemen.

Start les. 

Stillezen in je boek voor de derde boekopdracht.

Nakijken huiswerk

H2.9 Opdracht 8 tot en met 11

We maken bij grammatica alles online (!)

Huiswerkcontrole en opdrachten samen bespreken.

WOORDSOORTBENOEMING

elk woord een naam geven

lw lidwoord

znw zelfstandig naamwoord

bnw bijvoeglijk naamwoord

ww: hww/zww/kww zelfstandig, hulp, koppel

vz voorzetsel

vw voegwoord

psv persoonlijk voornaamwoord

bzv bezittelijk voornaamwoord

av aanwijzend voornaamwoord

vrv vragen voornaamwoord

wknd vnw wederkerend voornaamwoord

wkg vnw wederig voornaamwoord

ortw onbepaald rangtelwoord

brtw bepaald rangtelwoord

ohtw onbepaald hoofdtelwoord

bhtw bepaald hoofdtelwoord

Wederkerend voornaamwoord

Afkorting = wknd. vnw.

- hoort bij een wederkerend werkwoord (begint met 'zich')

- voorbeelden: zich vergissen, zich voorstellen, zich verzetten

 - trucje: vervang het onderwerp door hij (zet de zin in de 3e persoon). Het wederkerend vnw verandert dan naar 'zich'.

Ik paste me aan -->  Hij paste zich aan -> me = wknd vnw

Je verzet je tegen de nieuwe tramlijn ->  Hij verzet zich...  -> je = wknd vnw

Wederkerig voornaamwoord

Afkorting = wkg. vnw.

- het woordje 'elkaar'

De twee directeuren fietsen gezellig met elkaar naar de eindbestemming.

Benoem het psv, bzv, wvn en wgv
Jullie vergissen je in de datum.

Benoem het psv, bzv, wvn en wgv:
De datum van jullie verjaardag ben ik vergeten.

Benoem het psv, bzv, wvn, wgv.
We gaven elkaar een hand.

Benoem het psv, bzv, wvn en wgv:
Pak het eens aan!

Maak de instapopdracht (opdracht 1)

Maak de instapopdracht! 

Vul bij de volgende dia de scores van opdracht 2 in.

Scores opdracht 2

Huiswerk

H2.8 Opdracht 1 tot en met 5

We maken bij grammatica alles online (!)