Wiederholung Kapitel 3

Wiederholung Kapitel 3
1 / 15
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Wiederholung Kapitel 3

Slide 1 - Slide

Vocabulair
  1. Lektion 1,2,4,5 woordjes van Duits-Nederlands
  2. Lektion 3,6 woordjes van Nederlands-Duits
  3. Redelmittel L6: Je kunt iets vertellen hoe je feest voorbereidt en viert, Je kunt een formele brief schrijven, je kunt iemand iets toewensen

Slide 2 - Slide

Grammatik. Wat moet je kennen
  1. Voorzetsels 3e en 4e naamval, ook van Nederlands-Duits
  2. Der- en ein-Gruppe schema
  3. Persoonlijke voornaamwoorden, ook van Nederlands-Duits
  4. Bezittelijke voornaamwoorden, ook van Nederlands-Duits
  5. Telwoorden tot 1.000
  6. Vervanging van het zelfstandige naamwoord door een persoonlijk vnw

Slide 3 - Slide

Stappenplan
  1. Probeer de zin te vertalen.
  2. Zitten er voorzetsels in? Zoja onderstreep de voorzetsels en zet er het cijfer van de naamval boven (3/4)

  3. Ontleed de zin of gebruik de hij /hem regel. Onderstreep en zet er het cijfer 1 (onderwerp) 3 (meewerkend vw) of  4 (lijdend vw) boven.
  4. Behoort het tot der-groep of ein-groep en welk geslacht (m,w,s,Mz)

  5. Vul in



Slide 4 - Slide

gegen
ohne
um
durch
für
bis
tegen
zonder
om
door
voor
tot
4e naamval

Slide 5 - Slide

aus
bei
mit
nach
seit
von
zu
uit
bij
met
na / naar
sinds
van
naar (personen)
3e naamval

Slide 6 - Slide

der-Schema 📷 





  • Plural: Ich spiele mit den Kindern. 
  • der-Gruppe: dies-, jed-, manch-, solch-, welch-

Slide 7 - Slide

ein-Gruppe
1e nv
3e nv
4e nv
ein Mann
einem Mann einen Mann
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
eine Frau
einer Frau
eine Frau
einKind
einem Kind
ein Kind
keine Kinder
keinen Kindern
keine Kinder
Tot de ein-Gruppe vallen alle bezittelijke voornaamwoorden:
Dus ein, kein, mein, dein, sein, ihr, unser, eurer, ihr, Ihr

Slide 8 - Slide

De bezittelijke voornaamwoorden worden op dezelfde manier vervoegd, zoals de EIN-Gruppe

Slide 9 - Slide

Übersicht

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Wiederholung : Zelfstandige naamwoorden vervangen door persoonlijke voornaamwoorden

Slide 12 - Slide

Übersicht

Slide 13 - Slide

Voorbeelden
Martin ist immer sehr pünktlich. Er werde das auch jetzt wieder sein.
Ich gebe ihm ein Geschenk. Er findet es sehr nett.
Er sieht sie auf die Straße. Sie gehen zum Bahnhof.
Sarah besucht ihre Freundin. Sie hat Kuchen gekauft.

Slide 14 - Slide

Oefentoets
Staat in de agenda op 23 maart
Je kunt ook oefenen via Na Klar en quizlet 

Slide 15 - Slide