B7 Verwantschappen+ B8 DNA-technieken

Erfelijkheid en Evolutie

Verwantschappen
DNA technieken

1 / 40
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Erfelijkheid en Evolutie

Verwantschappen
DNA technieken

Slide 1 - Slide

Lesverloop
  1. 5 min lezen
  2. Terugkoppelingsvragen
  3. Uitleg basisstof 7
  4. Kennisvragen
  5. Zelfstandig werken 

Slide 2 - Slide

Lesverloop
  1. 5 min lezen
timer
5:00

Slide 3 - Slide

Kennisvragen

Slide 4 - Slide

Darwin had het over 'survival of the fittest'
Waar staat 'fittest' voor bij evolutie?

A
Dat je het best bent aangepast aan je omgeving
B
hoe fit je bent
C
hoeveel nakomelingen je maakt
D
hoe sterk je bent

Slide 5 - Quiz

Wie is de grondlegger van de evolutietheorie?
A
Richard Dawkins
B
Stephen Hawking
C
Albert Einstein
D
Chales Darwin

Slide 6 - Quiz

Isolatie
A
groepen organismen van dezelfde soort leven samen
B
groepen organismen van verschillende soorten leven samen
C
groepen organismen van dezelfde soort trekken naar elkaar toe
D
groepen organismen van dezelfde soort raken van elkaar gescheiden

Slide 7 - Quiz

Bij een mutatie in welk type cellen zijn de gevolgen het grootst?





A
Bij een mutatie in bloedcellen.
B
Bij een mutatie in geslachtscellen.
C
Bij een mutatie in huidcellen.

Slide 8 - Quiz

we spreken van een mutant wanneer
A
een mutatie zichtbaar is in het genotype
B
een mutatie niet zichtbaar is in het genotype
C
een mutatie zichtbaar is in het fenotype
D
een mutatie niet zichtbaar is in het fenotype

Slide 9 - Quiz

Als in een lichaamscel een mutatie plaatsvindt, heeft dit meestal geen gevolgen
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quiz

Hoe is verandering van genotype mogelijk?
A
Mutatie
B
Geslachtelijke voortplanting
C
Kunstmatige selectie
D
Alle drie de antwoorden

Slide 11 - Quiz

Voorbeeld van ongeslachtelijke voortplanting
A
Aardappels
B
Aardbeien

Slide 12 - Quiz

                      Lesdoelen
Na deze les:
  1. Weet je wat verwantschappen zijn
  2. Weet welke DNA technieken er zijn

Slide 13 - Slide

Thema 3  verwantschappen.

Slide 14 - Slide

Stambomen
Uit evolutionaire stambomen kun je aflezen wanneer de diersoort is ontstaan en wat de verwantschappen zijn.

Slide 15 - Slide

Afstammingsboom

Hoe dichter organismen bij elkaar staan, hoe meer verwantschappen er zijn tussen de organismen

Slide 16 - Slide

S
T
A
M
B
O
M
E
N
S
T
A
M
B
O
M
E
N

Slide 17 - Slide

Stambomen
Stambomen

  • Geven erfelijkheid door de tijd weer
  • Rondjes: vrouwen
  • Blokjes: mannen

Slide 18 - Slide

Verwantschappen biologie
Verwantschap: 
- Hebben een gemeenschappelijke voorouder. 
- Delen DNA
- Hoe dichterbij de gemeenschappelijke voorouder, 
Hoe meer organisme op elkaar lijken.

Slide 19 - Slide

Verwantschappen
De relatie tussen soorten

Slide 20 - Slide

DNA-technieken

Slide 21 - Slide

DNA-technieken
  • We lopen een aantal DNA-technieken langs
  • Genetische modificatie
  • CRISPR-CAS
  • Genomics
  • DNA-tests
  • eDNA
  • Synthetische biologie

Slide 22 - Slide

Recombinant-DNA-techniek

Slide 23 - Slide

Recombinant- DNA-techniek

Slide 24 - Slide

Crispr-Cas
 Bij crispr-cas worden gericht wijzigingen aangebracht in genen van een organisme. Dat noem je met een Engels woord gene editing.

Gen therapie


Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Voorbeeld: CRISPR-CAS
Wijzigen van bestaande genen in organisme.
(Noemen we ook wel gene editing)

Gericht DNA knippen met CRISPR-CAS

BACTERIE EN INSULINE

Slide 27 - Slide

Vragen
Pak je laptop

Slide 28 - Slide

Met welk dier heeft de giraf het meeste verwantschap?
A
Dwergherten
B
Nijlpaarden
C
Tandwalvissen
D
Baleinwalvissen

Slide 29 - Quiz

Welke dieren hebben de minste verwantschap?
A
Slijmprik en vissen
B
Slijmprik en reptielen
C
Zoogdieren & reptielen
D
Zoogdieren en vogels

Slide 30 - Quiz

Met wie heeft soort B de meeste verwantschap?
A
A
B
C
C
D
D
E

Slide 31 - Quiz

Waarvan spreken we als het gaat om het sterkste dier overleeft?
A
Isolatie
B
Natuurlijke selectie
C
Kunstmatige selectie

Slide 32 - Quiz

Hoe noem je het proces dat ervoor zorgt dat organismen van dezelfde soort steeds meer van elkaar gaan verschillen?
A
evolutie
B
evolutietheorie
C
isolatie
D
dat bestaat niet

Slide 33 - Quiz

Haaien zijn gewervelde dieren. In de afbeelding zie je een stamboom die
de afstamming van verschillende groepen gewervelde dieren weergeeft
volgens de evolutietheorie.
welke antwoorden zijn goed?
A
Haaien zijn eerder ontstaan dan beenvissen.
B
Beenvissen zijn meer verwant aan haaien dan aan amfibieën.
C
A en B kloppen allebei
D
A en B kloppen allebei niet

Slide 34 - Quiz

Sleep de juiste afbeelding naar de bijbehorende structuur.
overeenkomst in bouw
overeenkomst in functie
Rudimentair

Slide 35 - Drag question


Wat wordt er gedaan bij recombinant-DNA-techniek?
A
Met behulp van bacteriën wordt van melk yoghurt gemaakt.
B
Nieuwe klonen worden gemaakt van gunstige organismen.
C
Door het gebruik van gisten wordt brood, bier en wijn bereid.
D
In het DNA van een organisme wordt nieuwe erfelijke informatie aangebracht.

Slide 36 - Quiz

Wat is recombinant-DNA-techniek?
A
Negatieve eigenschappen toevoegen
B
Geen eigenschappen toevoegen
C
Positieve eigenschappen toevoegen

Slide 37 - Quiz

Wat is CRISPR-Cas9?
A
Een schaar die DNA knipt
B
De naam van een Chinees onderzoek
C
Een bacterie die iets doet
D
Een schimmel die iets doet

Slide 38 - Quiz

Wat is nu mogelijk met behulp van Crispr-Cas9?
A
Stimuleren van de menselijke afweer
B
Op elke gewenste plek in het DNA knippen
C
'foute' genen in DNA repareren
D
Virussen bestrijden die zich in ons DNA inbouwen

Slide 39 - Quiz

Aan het werk
Maken
  • basisstof 1 t/m 5
  • test jezelf
  • Blooket



Slide 40 - Slide