BG2 - Module 2 - Les 2

Beroepsgericht 2
Module 2 - Les 2
1 / 16
next
Slide 1: Slide
BeroepsgerichtMBOStudiejaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Beroepsgericht 2
Module 2 - Les 2

Slide 1 - Slide

Licht en matig verstandelijke beperking

Slide 2 - Mind map

Mensen met een lichte verstandelijke beperking 

Mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB) hebben aanzienlijke beperkingen in hun cognitieve ontwikkeling en in hun adaptieve vaardigheden (ook wel sociaal aanpassingsvermogen genoemd). 
Er is sprake van beperkingen als iemand niet kan voldoen aan wat bij de leeftijd en de eigen cultuur in het algemeen verwacht wordt.  

Slide 3 - Slide






Alleen een IQ-score is niet genoeg om te bepalen welke ondersteuning nodig is. Ook de inschatting van het sociaal aanpassingsvermogen is hiervoor heel belangrijk.

Slide 4 - Slide

Niveau IQ Ontwikkelingsleeftijd
Groepje 1: Zwakbegaafd/moeilijk lerend /71-85/ 12+ jaar
Groepje 2: Licht verstandelijk beperkt (LVB) /51-71/ 6-12 jaar
Groepje 3: Matig verstandelijk beperkt (MVB) /36-51/ 4-6 jaar
Groepje 4: Ernstig verstandelijk beperkt (EVB) /20-36/ 2-4 jaar
Groepje 5: Zeer ernstig verstandelijk beperkt (ZEVB) / < 20/ 0-2 jaar
Opdracht:
Ga op zoek naar de kenmerken van het niveau en zet dit op een creatieve manier op papier. Presenteer dit in max. 2 minuten aan de klas

Slide 5 - Slide

Ontstaan van LVB 
Biologische factoren: zoals een genetische afwijking, ziekte van de moeder tijdens de zwangerschap, zuurstoftekort tijdens de zwangerschap en blootstelling aan giftige stoffen als alcohol, drugs en medicijnen tijdens de zwangerschap.


Ook later in iemands leven kan een licht verstandelijke beperking ontstaan. Dat kan gebeuren door een ongeluk of het hebben van een hersenvliesontsteking.

Slide 6 - Slide

Kenmerken LVB 
- IQ score tussen 50-70
- Moeite met aanpassen aan omgeving
- Moeite met lezen, schrijven, rekenen
- Moeite met sociale vaardigheden en oplossen sociale problemen
- Moeite met praktische vaardigheden zoals gebruik OV en persoonlijke verzorging

Slide 7 - Slide

Ontstaan van MVB 
Een matig verstandelijke beperking kan het gevolg zijn van afwijkingen in het erfelijk materiaal. Dat is bijvoorbeeld het geval bij het syndroom van Down. 
Ook kunnen er erfelijke ziektes of andere aangeboren ziektes aanwezig zijn.

Slide 8 - Slide

Mensen met een MVB
Mensen met een matig verstandelijke beperking hebben een eenvoudig inzicht in zichzelf, in anderen en in de situatie. Zij zijn in staat een redelijke mate van zelfredzaamheid te ontwikkelen.
 
Zij leren niet door na te denken of waar te nemen, maar door te doen en te ervaren. Mensen met een matige verstandelijke beperking kunnen zich meestal verbaal uiten, al is de woordenschat beperkt.  

Slide 9 - Slide

Hun motoriek is meestal redelijk goed ontwikkeld. In de zorg aan deze cliëntgroep ligt de nadruk op ondersteuning en voorlichting. 

In de begeleiding en omgang kun je gebruikmaken van verbale communicatie. Let er wel op of de cliënt je begrijpt en pas je woordenschat aan, zonder kinderachtig te gaan praten. 

Slide 10 - Slide

Werken met ondersteuningsvragen
Oefenen voor meetmoment 2.1: B1-K1-W1
Vanuit de beginsituatie van de cliënt en het analyseren van het probleem, is het van belang ondersteuningsvragen te formuleren.

Beginsituatie = verzameling van persoonsgegevens, gezondheid, levensloop en de ontwikkelingsgebieden van de cliënt. 

Wanneer de beginsituatie van de cliënt duidelijk is, heb je hiermee ook in beeld gebracht wat het probleem is. Benoem het probleem, de oorzaken en de symptomen.

Ondersteuningsvragen zijn vragen vanuit de cliënt waarin duidelijk wordt welke ondersteuning/begeleiding jij kan/moet bieden aan de cliënt.

Slide 11 - Slide

Hoe formuleer je een ondersteuningsvraag?
Oefening voor meetmoment 2.1: B1-K1-W1 
Aan de hand van de beginsituatie en probleemanalyse beschrijf je de ondersteuningsvragen. Ondersteuningsvragen starten met: 
“Ondersteun mij….”
“Biedt mij…..”
“Help mij…..”

Vandaag gaan we hiermee oefenen aan de hand van casus John.
 


Slide 12 - Slide

Casus
John is een 20-jarige jongeman met een licht verstandelijke beperking die weinig sociale contacten heeft. Het liefst blowt hij de hele dag omdat hij zich dan het lekkerst voelt en ontspannen is, maar vanwege zijn financiële situatie kan hij hooguit drie dagen per week voldoende blowen. Hij heeft nergens echt zin in. John woont op een woonvoorziening waar hij 3x per week een contactmoment heeft. Zijn begeleiding helpt hem met het opruimen van zijn appartement en het bevorderen van zijn sociale contacten. John is laatst ook gestopt met zijn dagbesteding waar hij 5 dagen per week heen ging, nu hij dit ook niet meer heeft zakt de motivatie compleet.

Kun jij John helpen? 
Casus

Slide 13 - Slide

Portfolio-opdracht 
- Formuleer drie ondersteuningsvragen op verschillende levensgebieden van John 
- Onderbouw waarom deze ondersteuningsvragen relevant zijn voor John én waarom deze passen bij het gekozen levensgebied
De verschillende levensgebieden zijn uitgelegd bij BG3 in les 1 en 2, pak deze theorie er voor jezelf bij!

Slide 14 - Slide

Levensgebieden
  1. Zingeving
  2. Sociale relaties
  3.  Werk en activiteit
  4. Lichamelijke gezondheid
  5. Psychische gezondheid
  6. Wonen
  7. Financiën

Slide 15 - Slide

Les 1
Beeldvorming enquête mensen met een verstandelijke beperking
Les 2
Casus John met ondersteuningsvragen
Les 3
Kahoot mensen met een verstandelijke beperking
Les 4
Collage/lijsten met gezondheidskenmerken EN ondersteuningsvragen
Les 5
Tekenen a.d.h.v. wat je voelt (dementie)
Les 6
Ondersteuningsvragen NAH EN gedicht/lied/tekening Isabella
Les 7
Lijsten gezondheidskenmerken motorische beperking en 3-fasenplan activiteit
Les 8
Ondersteuningsvragen doof-/blindheid EN blind tekenen
Portfolio-opdrachten BG2 - Module 2

Slide 16 - Slide