over taal les 1 (opdr 1 tm 3) (SLR)

OVER TAAL les 1 
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

OVER TAAL les 1 

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Na deze les:
- kun je benoemen wat schooltaalwoorden zijn.
- ken je de betekenis van schooltaalwoorden. 
- hebben we samen opdracht 2 gemaakt uit het boek. 

Slide 2 - Slide

Schooltaalwoorden
Schooltaalwoorden zijn woorden die op school vaak gebruikt worden. 

voorbeelden hiervan zijn 'noteren' of 'beoordelen'. 


Slide 3 - Slide

Bedenk nu zelf 2 schooltaalwoorden.

Slide 4 - Mind map

voordat je huiswerk op krijgt
Kijken we samen even naar opdracht 2 op blz 29. 
Dit is een lastige opdracht. 

Ik leg opdracht 2 hier uit. 
We beginnen met vraag 2.1 in de volgende slide. 

Slide 5 - Slide

2.1 Bekijk afbeelding 1
Die staat in je boek op blz 29, en hiernaast. Pak je boek erbij. 

Alle schapen zijn wit, maar één schaap wijkt af.


Slide 6 - Slide

2.1
In je boek op blz 29 onderaan, opdracht 2.1 daar staat dit:
2.1'Leid de betekenis van afwijken af. 
Ze bedoelen dat je naar het plaatje moet kijken om te snappen wat 'afwijken' betekent. 
Wat betekent 'afwijken'?
Kies uit: niet hetzelfde zijn - weglopen - schrikken
Schrijf het antwoord in je schrift. 

Slide 7 - Slide

2.2
2.2a Bekijk de afbeelding. Lees de woorden niet, maar benoem de kleur die je ziet. 


Slide 8 - Slide

lees de zinnen 
2.2b: Het benoemen van de kleuren is een pittige opdracht. 
Kun je verklaren waarom dit zo moeilijk is om te doen? Nee, ik begrijp het ook niet. 
 Leid de betekenis van verklaren af. 
kies uit: bespreken - vragen - uitleggen. 
Schrijf het antwoord in je schrift. 

Slide 9 - Slide

2.2c
2.2c: Verklaar nu waarom het moeilijk is om alleen de kleur van de antwoorden te noemen en de woorden niet te lezen. 

Noteer het antwoord in je schrift. 

Slide 10 - Slide

2.3

2.3 Bekijk afbeelding 3 en lees de zinnen op de volgende slide. 

Slide 11 - Slide

Bram wil weten wat hij kan doen tegen slechte adem. 
Hij raadpleegt www.omaweetraad.nl 
Leid de betekenis van raadplegen af. 
Kies uit: advies zoeken - bellen - geloven. 

Noteer je antwoord in je schrift. 

Slide 12 - Slide

maak een zin met het woord: afwijken.

Slide 13 - Open question

maak een zin met het woord: verklaren

Slide 14 - Open question

maak een zin met het woord: raadplegen

Slide 15 - Open question

SO ALERT!!
Noteer het SO  in je agenda. 
Het komt ook in Magister te staan. 

Leer: opdracht 1 tm 12 
en de gele blokken van blz 29-34
of het leerblad wat in magister hangt.  

Huiswerk voor de volgende les op volgende slide!

Slide 16 - Slide

Huiswerk
maak opdracht 1, 2 en 3
blz 29 tm 31 (let op: Opdracht 3 gaat door op blz 31) 

Je moet daar nu aan beginnen. 

Slide 17 - Slide