B2A Nederlands Over Taal Blok 1

OVER TAAL 
BLOK 1 op bladzijde 29 t/m 34

Opdrachten 1 t/m 12

(hebben we 2 lessen voor)
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

OVER TAAL 
BLOK 1 op bladzijde 29 t/m 34

Opdrachten 1 t/m 12

(hebben we 2 lessen voor)

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Na deze les:
- kun je benoemen wat schooltaalwoorden zijn.
- ken je de betekenis van schooltaalwoorden. 
- hebben we samen opdracht 2 gemaakt uit het boek. 

Slide 2 - Slide

Schooltaalwoorden
Schooltaalwoorden zijn woorden die op school vaak gebruikt worden. 

voorbeelden hiervan zijn 'noteren' of 'beoordelen'. 


Slide 3 - Slide

Bedenk nu zelf 2 schooltaalwoorden.

Slide 4 - Mind map

voordat je huiswerk op krijgt
Kijken we samen even naar opdracht 2 op blz 29. 
Dit is een lastige opdracht. 

Ik leg opdracht 2 hier uit. 
We beginnen met vraag 2.1 in de volgende slide. 

Slide 5 - Slide

2.1 Bekijk afbeelding 1
Die staat in je boek op blz 29, en hiernaast. Pak je boek erbij. 

Alle schapen zijn wit, maar één schaap wijkt af.


Slide 6 - Slide

2.1
In je boek op blz 29 onderaan, opdracht 2.1 daar staat dit:
2.1'Leid de betekenis van afwijken af. 
Ze bedoelen dat je naar het plaatje moet kijken om te snappen wat 'afwijken' betekent. 
Wat betekent 'afwijken'?
Kies uit: niet hetzelfde zijn - weglopen - schrikken
Schrijf het antwoord in je schrift. 

Slide 7 - Slide

2.2
2.2a Bekijk de afbeelding. Lees de woorden niet, maar benoem de kleur die je ziet. 


Slide 8 - Slide

lees de zinnen 
2.2b: Het benoemen van de kleuren is een pittige opdracht. 
Kun je verklaren waarom dit zo moeilijk is om te doen? Nee, ik begrijp het ook niet. 
 Leid de betekenis van verklaren af. 
kies uit: bespreken - vragen - uitleggen. 
Schrijf het antwoord in je schrift. 

Slide 9 - Slide

2.2c
2.2c: Verklaar nu waarom het moeilijk is om alleen de kleur van de antwoorden te noemen en de woorden niet te lezen. 

Noteer het antwoord in je schrift. 

Slide 10 - Slide

2.3

2.3 Bekijk afbeelding 3 en lees de zinnen op de volgende slide. 

Slide 11 - Slide

Bram wil weten wat hij kan doen tegen slechte adem. 
Hij raadpleegt www.omaweetraad.nl 
Leid de betekenis van raadplegen af. 
Kies uit: advies zoeken - bellen - geloven. 

Noteer je antwoord in je schrift. 

Slide 12 - Slide

maak een zin met het woord: afwijken.

Slide 13 - Open question

maak een zin met het woord: verklaren

Slide 14 - Open question

maak een zin met het woord: raadplegen

Slide 15 - Open question

Wat zijn synoniemen?

Slide 16 - Open question

timer
0:30
Noem een of meerdere synoniemen van het woord: smerig

Slide 17 - Mind map

timer
0:30
Noem een of meerdere synoniemen van het woord: mooi

Slide 18 - Mind map

Een mail aan een docent begin je met de aanhef: Beste mevrouw/heer,
A
Waar
B
Niet Waar

Slide 19 - Quiz

Agenda
Woensdag 15 september lesuur 3

Je hebt OVER TAAL BLOK 1 
Opdrachten 1, 2, 3, 4 en 5 af

Slide 20 - Slide